Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
1.Het verdere verloop van het geding in hoger beroep
2.De vaststaande feiten
3.Het geschil en de beslissing in eerste aanleg
4.De motivering van de beslissing in hoger beroep
grieven I en IIzijn gericht tegen het oordeel van de kantonrechter dat Nem Cosmetics haar stelling dat zij er gerechtvaardigd op mocht vertrouwen dat [C] namens Imkova mocht handelen onvoldoende heeft onderbouwd. In grief I betoogt Nem Cosmetics dat zij op grond van diverse gedragingen van Imkova wel degelijk op de bevoegdheid van [C] mocht vertrouwen. In grief II voert zij aan dat zij in elk geval op basis van feiten en omstandigheden die voor risico van Imkova komen in december 2015 gerechtvaardigd op de schijn van volmachtverlening aan [C] heeft vertrouwd. Deze grieven lenen zich voor gezamenlijke bespreking.
grief IIIkeert Nem Cosmetics zich tegen de verwerping van het beroep op vereenzelviging. Nem Cosmetics stelt dat Imkova misbruik maakt van het identiteitsverschil tussen haar, Arteche en FYS, doordat zij de activiteiten van FYS en Arteche heeft doen eindigen met geen ander oogmerk dan crediteuren te benadelen door het verijdelen van verhaal op het vermogen van FYS en Arteche, terwijl van Nem Cosmetics werd gevorderd de facturen van Imkova te betalen.
grief IVbouwt Nem Cosmetics voort op haar standpunt dat zij erop mocht vertrouwen dat [C] Imkova mocht vertegenwoordigen. Nu dat standpunt wordt verworpen (zie het oordeel over de grieven I en II), gaat deze grief ook niet op.
grief Vstelt Nem Cosmetics haar subsidiaire verweer dat sprake is van een toezegging van partijen en haar meer subsidiaire verweer dat Imkova onrechtmatig en in strijd met de redelijkheid en billijkheid heeft gehandeld opnieuw aan de orde. Haar verweer inzake de toezegging bouwt voort op het standpunt dat de families [C] en [B] allesomvattende afspraken hebben gemaakt op basis waarvan alle aan hen gelieerde vennootschappen over en weer niets meer van elkaar te vorderen zouden hebben. Zoals hiervoor is overwogen, kan echter niet worden aangenomen dat Imkova aan deze (tussen [C] en [B] gemaakte) afspraken is gebonden. Dat wordt niet anders als de afspraken worden uitgelegd als een toezegging zoals Nem Cosmetics subsidiair stelt. Het beroep daarop gaat dus ook niet op. Aan de stelling dat Imkova onrechtmatig en in strijd met de redelijkheid en billijkheid heeft gehandeld, legt Nem Cosmetics ten grondslag dat Imkova doet aan ‘cherry picking’ door haar vordering uit de alles omvattende afspraken te halen en alle andere afspraken te negeren. Ook hiervoor geldt echter dat, nu niet is gebleken dat Imkova aan de bedoelde afspraken is gebonden, het niet onrechtmatig is dat zij deze niet respecteert. Onder deze omstandigheden kan ook niet worden gezegd dat het naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is dat zij Nem Cosmetics aan haar betalingsverplichting houdt. Dat FYS en Arteche zijn opgeheven, maakt dit niet anders. Grief V treft dus ook geen doel.