Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM - LEEUWARDEN
[Z](hierna: belanghebbende)
inspecteur van de Belastingdienst, kantoor Amsterdam(hierna: de Inspecteur).
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak gaat het om het hoger beroep van [X] B.V. tegen de uitspraak van de rechtbank Gelderland, waarin de rechtbank de beroepen van belanghebbende ongegrond heeft verklaard. De Inspecteur had aan belanghebbende voor de jaren 2012 en 2013 ambtshalve aanslagen vennootschapsbelasting opgelegd van € 500.000, met daarbij belastingrente en verzuimboetes. De rechtbank had de verzuimboetes verminderd wegens overschrijding van de redelijke termijn. Belanghebbende stelde dat zij geen aangiften kon doen omdat de boekhouding niet volledig was geretourneerd na een inbeslagname. Het Hof oordeelde dat belanghebbende niet aannemelijk had gemaakt dat het doen van aangifte onmogelijk was en dat de Inspecteur bij het vaststellen van de aanslagen een redelijke schatting had moeten maken. Het Hof concludeerde dat de Inspecteur niet in redelijkheid de belastbare winst op € 500.000 had kunnen stellen en bepaalde de aanslagen op € 50.000 voor beide jaren. De uitspraak van de rechtbank werd gedeeltelijk vernietigd, behoudens de beslissingen omtrent de boetebeschikkingen, en de aanslagen en belastingrente werden dienovereenkomstig verminderd.