ECLI:NL:GHARL:2020:2728
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Hoger beroep kort geding
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep kort geding over nakoming van een opdracht tussen twee besloten vennootschappen in de energiesector
In deze zaak, die voor het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden diende, gaat het om een hoger beroep in een kort geding tussen de besloten vennootschappen Energy Exchange Enablers B.V. (EXE) en For Your Energy Freedom B.V. (4YEF). De zaak betreft de nakoming van een overeenkomst die op 14 september 2018 werd gesloten, waarbij EXE een koppeling moest realiseren tussen haar REX-dienst en SWYCS voor een nieuw te bouwen wijk van POM-woningen. EXE meldde op 24 januari 2019 aan 4YEF dat Alliander N.V., de aandeelhouder van haar aandeelhouder, had besloten geen nieuwe projecten meer te starten met REX, wat leidde tot overleg over alternatieve oplossingen. 4YEF vorderde in kort geding nakoming van de overeenkomst, waarop de voorzieningenrechter EXE veroordeelde om binnen drie weken na betekening van het vonnis een koppeling tot stand te brengen, met een dwangsom als drukmiddel.
EXE ging in hoger beroep tegen deze uitspraak en voerde vier grieven aan. Het hof oordeelde dat 4YEF op dat moment geen spoedeisend belang meer had bij de gevraagde voorziening, omdat de koppeling inmiddels was gerealiseerd. Desondanks had EXE belang bij het hoger beroep vanwege de proceskostenveroordeling en de opgelegde dwangsom. Het hof behandelde de grieven van EXE en concludeerde dat de eerste grief faalde, omdat het besluit van Alliander niet aan 4YEF kon worden toegerekend en EXE haar verplichtingen moest nakomen. De tweede grief werd ook afgewezen, omdat EXE in staat was gebleken om een koppeling te realiseren met een derde partij.
De derde grief, die betrekking had op de termijn voor de koppeling, slaagde gedeeltelijk. Het hof stelde de termijn vast op vier weken in plaats van drie. De vierde grief over de hoogte van de dwangsommen werd afgewezen, omdat deze als prikkel tot nakoming redelijk werd geacht. Het hof bekrachtigde het vonnis van de voorzieningenrechter, met uitzondering van de termijn, en veroordeelde EXE in de kosten van het hoger beroep. Het arrest werd uitgesproken op 3 maart 2020.