Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
[geïntimeerde5],
1.Het verdere verloop van het geding in hoger beroep
2.De motivering van de beslissing in hoger beroep
Voorts volgt uit de notities en bijlage 1 bij de clearingovereenkomst zoals
“De stelling van Lodder c.s. impliceert dat [B] als het ware aansprakelijk wordt gesteld indien er minder winst op de inzet van assistenten wordt gemaakt in het geval dat door die assistenten geschreven uren niet declarabel of inbaar zouden zijn. Dit ligt bepaald niet voor de hand, omdat uit artikel 16 lid 3 van de clearingsovereenkomst volgt dat bij het bepalen van het saldo(overwinst/verlies) aan de actiefzijde wordt uitgegaan van de gedeclareerd en geïnde omzet, zodat de afboekingen op de inzet van assistenten reeds zijn geëlimineerd”.Lodder c.s. merkte nog op dat artikel 16 lid 3 van de clearingovereenkomst betrekking heeft op de verdeling van de overwinst en artikel 16 lid 2 op de resultaatverdeling tussen de maten.
“De rente wordt gevaluteerd per ultimo van elk kalenderjaar pro rato berekend”, maar zoals opgemerkt door De Diemsche Beuck en [geïntimeerde5] wordt daaruit nog niet duidelijk dat bedoeld is dat de rente bij valutering wordt bijgeboekt in de hoofdsom. Ook overigens heeft Mocomar onvoldoende gemotiveerd gesteld dat destijds de bedoeling van partijen was om, in afwijking van de hoofdregel, de contractuele rente samengesteld te berekenen. Ook de stelling dat zij vertragingsrente over de contractuele rente verschuldigd zouden zijn, heeft Mocomar onvoldoende onderbouwd. Het hof komt dan ook niet toe aan bewijslevering.