In deze zaak, die voor het Gerechtshof Arnhem is behandeld, gaat het om de financiële afwikkeling van de uittreding van Mocomar B.V. uit de maatschappen Lodder & Co. en Lodder & Co. Goodwill. Mocomar was vanaf 1 februari 1994 lid van de maatschappen en is per 29 juni 1999 uitgetreden. De kern van het geschil betreft de afspraken die zijn gemaakt bij de toetreding van Mocomar en de gevolgen daarvan voor de goodwillvergoeding bij uittreding. Het hof heeft in eerdere arresten al bepaald dat de maatschappen Mocomar moesten voorzien van informatie over de vennoten en de mutaties in de samenstelling van de maatschappen sinds 1999. In het hoger beroep heeft Mocomar haar vorderingen tegen de maatschappen en de vennoten die op 29 juni 1999 deel uitmaakten, verder gepreciseerd. Het hof heeft geoordeeld dat Mocomar recht heeft op een exitgoodwillvergoeding, gefixeerd per 31 december 1996, en dat de maatschappen niet kunnen ontkennen dat Mocomar recht heeft op deze vergoeding. Het hof heeft de eerdere vonnissen van de rechtbank gedeeltelijk vernietigd en de vorderingen van Mocomar in reconventie afgewezen. De proceskosten zijn gecompenseerd, waarbij iedere partij zijn eigen kosten draagt. Het hof heeft de zaak terugverwezen naar de rechtbank voor verdere behandeling.