“U houdt mij punt 4.11 van het tussenarrest voor en leest de tekst daarvan geheel voor. Ik sta hier nog steeds geheel achter. Rond 2 december 2013 was hij heel overstuur en ziek. Hij brabbelde en ik begreep dat hij beneden op de bank bij de notaris had gelegen. Hij werd niet goed daar en was heel ziek. Daar is geen lift. Hij moest naar boven naar een kamer maar toen hebben ze beneden een kamer vrij gemaakt en daar is hij geweest. Dat heeft hij mij verteld. Hij wist niet beter dan dat hij daar voor de volmacht was. Hij was erg verward en moeilijk te verstaan. Hij was doodmoe. Er zat ook een longontsteking achter.
(…)
In 2013 werd hij heel erg ziek. Die longontstekingen kwamen terug en steeds met kortere tussenpozen. Op 13 juli 2013 is hij met de ambulance gebracht naar het Radboud ziekenhuis. Het was helemaal mis. Hij heeft een week op de IC gelegen en ze hebben hem met prednison en antibiotica weer boven Jan gekregen. Na een week is hij van het Radboud gebracht naar Sanatorium Dekkerswald om aan te kunnen sterken. Toen was hij ook al behoorlijk ziek. Je levert steeds meer in bij een longontsteking. Ook de Parkinson speelde op. Op dat moment wilde hij het liefst thuis zijn. Hij voelde zich iets beter en wilde naar huis. Daar was hij veel te zwak voor. Het was onverantwoord volgens de longarts van Dekkerswald en het medische team. Hij dacht dat hij dat dat wel kon. Hij wilde naar huis. Toen is er een bespreking geweest met de staf van Dekkerswald, dat was eind juli 2013. Toen zei het medisch team: als jij naar huis gaat is dat akkoord maar dan mag je niet terugkomen als je weer ziek wordt. Dat vond hij niet erg. Dat vond hij prima want hij had weer meer lucht. Hij heeft een verklaring moeten ondertekenen in Dekkerswald dat zij niet verantwoordelijk zijn en dat hij niet mocht terugkomen. Toen zijn we die middag naar huis gegaan naar de [a-straat] in [B] , dat is zijn huis. Toen is ook een afspraak met de longarts, gemaakt en die zei: u gaat vanavond naar huis en bewijs maar dat u alleen thuis kunt zijn. Ik moest die avond weggaan en kijken of hij het zou redden. Toen ben ik naar huis gegaan. Ik heb eerst eten voor hem gemaakt. Toen ik naar huis ging is hij op bed gaan liggen. Ik zou de volgende dag terugkomen. Hij voelde zich wat beter dacht hij. De volgende morgen kreeg ik om 08.00 uur telefoon van de thuiszorghulp [D] en trof hem helemaal verwaarloosd en onder de ontlasting aan. Hij was heel verward en verdwaasd. Zij zei: kom gelijk deze kant op. Hij had niet gegeten of gedronken en was niet naar het toilet geweest. Vanaf dat ik weg was is hij in bed gebleven. Dit speelde zich eind juli 2013 af. Ik heb toen zijn eigen huisarts gebeld. Die kwam gelijk. Zij zei: dat gaat zo niet langer. Zij wist al dat hij weg was uit Dekkerswald en dat hij op eigen wil was gegaan. Ze zei: ik ga een verpleeghuis zoeken want dit gaat zo niet. Toen heeft ze het GGZ-zorghotel in Dekkerswald gebeld dat [C] wilde opnemen. Diezelfde middag is [C] met de ambulance om 16.00 uur naar het verpleeghuis gegaan.
Hij is daar gekomen en toen begon het weer. Hij wilde weer naar huis. Hij was heel slecht. Je zag hem iedere week achteruit gaan en hij had hallucinaties van vogels. Hij zag schepen voorbij varen. Hij zei: het is druk op het water. Dit was in november 2013. Je zag hem achteruit gaan.
Televisie kijken ging al lang niet meer net als schrijven. Hij kon het niet meer volgen en die flikkerende beelden kon hij niet aan. Het ging te snel en hij begreep het ook niet meer. De ondertiteling ging ook veel te snel. Die kon hij niet meer lezen.
Hij had ook last van panieksituaties. Een keer begon hij midden in de nacht te schreeuwen. De verpleegkundige zei dat hij ‘s nachts om mij lag te roepen. Hij kon een behoorlijke stem opzetten. Dan was iedereen wakker. Dat gebeurde regelmatig. Ook in november en december 2013. Het volgende gebeurde net voordat hij naar Dekkerswald ging. Hij moest vaak naar het toilet en dan keek hij naar buiten. Hij zag bij de buren dat er een boom uitgegraven werd. Hij heeft de politie gebeld en die is gekomen. Ze hebben gekeken wat er aan de hand was. Er was niks aan de hand. De agenten vroegen aan hem of hij medicijnen gebruikte. Dit vertelde hij mij in de ochtend. Ik had er niets van meegekregen. De volgende dag kwamen de agenten terug om te kijken hoe het met hem ging en om mij in te lichten. Hij belde mij ook een keer op vanaf de Graafseweg. Hij wist niet waar hij naartoe moest. Hij had de verkeerde afslag genomen. Dit is gebeurd voordat hij naar Dekkerswald ging.
Ik kwam een keer in het zorghotel en toen zei hij tegen mij: wat heb je nou toch gedaan. Je hebt knalrode lippen terwijl ik geen lippenstift op had.
Eind november 2013, op een maandag volgens mij, is de kandidaat-notaris in het zorghotel geweest. Ik wist niet wie hij was. Hij vroeg of ik ze alleen wilde laten in het restaurant. Ik zag [C] daar in een rolstoel zitten. Ik zei: ik doe de was naar boven en dan kom ik eraan. Ik liep naar de kamer, zette de tas neer en toen stond [geïntimeerde1] achter mij. Ik zei: wat is dit? Hij zei: de notaris is hier voor de volmacht.
Op 4 december was hij heel ziek, heel slecht. Ik ben opgeroepen door de arts om te komen. Dit was al voor 09.00 uur.
[E] is ook in december langs geweest met zijn vrouw. Dat was rond diezelfde tijd. Hij belde mij. Hij woonde in Groesbeek en kwam vaak langsfietsen. Hij belde mij op. Hij was samen met zijn vrouw bij [C] geweest en [C] had hen niet herkend. Hij had achter zijn rollator gestaan in zijn kamer en was verward. Het was in december 2013 na Sinterklaas, niet na Kerst. Toen heeft [E] een verpleegkundige geroepen en gezegd: hij herkent ons niet. [E] kwam regelmatig, zeker één keer in de maand. Toen heeft de verpleegkundige mij gebeld en dat aan mij verteld.
(…)
Na 3 december 2013 heb ik ook nog gesprekken met [C] gevoerd. In de ochtend was hij nog aardig goed te pas. In de middag en avond niet meer. Die gesprekken gingen over van alles. Over zijn kinderen die hij graag wilde zien. Dat deed pijn. Hoe hij zijn uitvaart wilde. Hij wilde begraven worden. Als de kinderen niet meer zouden komen dan hoefden ze ook geen uitnodiging te ontvangen. Dit is na 3 december 2013 besproken.”