Uitspraak
[appellant],
Countus,
1.Het verdere verloop van het geding in hoger beroep
2.De vaststaande feiten
3.De vorderingen en de beslissingen in de procedure bij de rechtbank
€ 19.863,26 inclusief btw aan expertisekosten, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de dag van betekening van de schadestaat tot aan de dag van betaling; een bedrag van € 6.655,- inclusief btw aan buitengerechtelijke incassokosten, eveneens vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de dag van betekening van de schadestaat tot aan de dag van betaling, alles met veroordeling van Countus in de proceskosten en de nakosten, eveneens te vermeerderen met de wettelijke rente.
4.De beoordeling in hoger beroep
Grief Iricht zich tegen de omvang van de rechtsstrijd in de schadestaatprocedure zoals die door de rechtbank is weergegeven.
Grief IIricht zich tegen het oordeel van de rechtbank dat [appellant] onvoldoende heeft gesteld met betrekking tot hetgeen hij ten aanzien van de retributies aan de belastingdienst heeft moeten afdragen en in de toekomst nog moet afdragen (de bestaande situatie).
Grief IIIziet kort gezegd op de hypothetische situatie van een eigen exploitatie van de windmolen.
Grief IVheeft betrekking op de mogelijkheid op het aangaan van een financieel gunstiger overeenkomst met Groenraedt. In de toelichting op
Grief Vwordt aangevoerd dat Countus ten onrechte niet heeft geadviseerd om de grond (‘de postzegel’) waarop de windmolen is gebouwd al voor het vestigen van het opstalrecht naar privé(vermogen) over te brengen.
De grieven VI en VIIzien op het afwijzen van de
grief VIIIricht [appellant] zich tegen de afwijzing van zijn vorderingen en zijn veroordeling in de proceskosten van Countus.
Grief VIricht zich tegen de afwijzing van de kosten van de verschillende experts die door [appellant] voor de berekening van de schade van [appellant] zijn ingeschakeld. [appellant] heeft in randnummer 63 van zijn dagvaarding in eerste aanleg erkend dat alle door hem gemaakte expertisekosten worden gedragen door zijn rechtsbijstandsverzekeraar SRK. Deze verzekeringsmaatschappij heeft alle facturen van die deskundigen betaald. Dat blijkt niet alleen uit hetgeen [appellant] zelf stelt, maar ook uit de adressering van de facturen aan SRK. Uit niets volgt dat [appellant] gehouden is om deze kosten weer aan SRK te vergoeden, bijvoorbeeld in het geval hij de kosten op de aansprakelijke partij kan verhalen. [appellant] heeft weliswaar gesteld dat hij jegens SRK gehouden is vergoeding van deze kosten te vorderen, maar dat heeft hij niet onderbouwd, bijvoorbeeld met een beroep op de verzekeringsovereenkomst en polisvoorwaarden of met een verklaring van SRK van die strekking. [appellant] lijdt dan ook in zoverre geen schade.