Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
gevestigd te Beuningen,
appellante in het principaal hoger beroep, verweerster in het incidenteel hoger beroep,
in eerste aanleg: gedaagde,
2.
[geïntimeerde2] ,wonende te [A] ,
3.
[geïntimeerde3] ,wonende te [A] ,
hierna: de V.O.F., [geïntimeerde2] en [geïntimeerde3] , dan wel gezamenlijk [geïntimeerden] c.s.,
advocaat: mr. R. Kuizenga.
1.Het geding in eerste aanleg
24 juli 2015, 6 november 2015 en 14 april 2017, die de rechtbank Gelderland, locatie Nijmegen, team kanton en handelsrecht.
2.Het geding in hoger beroep
dat het gerechtshof bij arrest, uitvoerbaar te verklaren bij voorraad, het vonnis
3.De vaststaande feiten
In die overeenkomst staat, voor zover van belang, in de artikelen 1.en 2:
(artikel 1.1)
‘Tijdens een bouwkundige inspectie van het gehuurde (…) is asbest geconstateerd. Er heeft een asbestinventarisatie van de plafondbeplating van het gehuurde plaatsgevonden d.d. 7 maart 2007 (…). Partijen verklaren er mee bekend te zijn dat uit recente luchtmetingen (…) is gebleken dat er thans geen directe noodzaak is tot verwijdering van het aanwezige asbest, omdat er geen actueel blootstellingsrisico aan asbestvezel bestaat in het gehuurde.’(artikel 2.1)
‘Partijen komen overeen dat het in het gehuurde aanwezige asbest binnen een periode van twee jaar na de juridische levering van het gehuurde aan VastNed door of namens [B] zal zijn verwijderd, zulks (…) tegelijk met de verbouwing van het gehuurde door Bart’s Retail.’(artikel 2.3)
‘ [B] zal voor zijn rekening en risico doen zorgdragen voor verwijdering van alle in het gehuurde aanwezige asbest (inclusief eventuele niet uit bovengenoemde rapporten blijkende asbest (…). Voornoemde werkzaamheden ten behoeve van de verwijdering van het asbest zullen, indien mogelijk, gelijktijdig met de door Bart’s Retail geplande verbouwing van het gehuurde plaatsvinden. (..) Bart’s Retail zal ervoor zorg dragen dat niemand aan de plafondbeplating van het gehuurde en/of andere verrichtingen doet als gevolg waarvan het asbest vrij komt of kan komen. (…)’
‘De gemiddelde vezelconcentratie ligtBENEDENde vrijgavenorm van 0,01 v/ml lucht. Op grond van de resultaten van de visuele inspectie en eventueel het beschreven onderzoek mag de onderzochte ruimteWELzonder gebruik van persoonlijke beschermingsmiddelen worden betreden.’
‘
Verhuurder is niet aansprakelijk voor de gevolgen van zichtbare of onzichtbare gebreken aan het gehuurde, evenmin voor schade veroorzaakt door stroom, sneeuw, regenval, water, elektriciteit, gas en gebruik van eventuele warmwaterinstallaties.’
In artikel 4 van de algemene bepalingen die tussen partijen gelden staat:
‘(…) Verhuurder is niet aansprakelijk voor de gevolgen van gebreken, die verhuurder niet kende en niet behoorde te kennen.In artikel 11 van de algemene bepalingen staat:(…)11.5 Verhuurder is niet aansprakelijk voor de gevolgen van gebreken, die hij niet kende of behoorde te kennen bij het aangaan van de huurovereenkomst.11.6 (…) huurder heeft geen recht op huurprijsvermindering, geen recht op verrekening of opschorting van enige betalingsverplichting een geen recht op ontbinding van de huurovereenkomst in geval van vermindering van huurgenot ten gevolge van gebreken (…)11.8 Verhuurder is niet aansprakelijk voor bedrijfsschade van huurder (…)11.9 Het gestelde in 11.6 en 11.8 ten aanzien van de bedrijfsschade geldt niet bij schade als gevolg van grove schuld of ernstige nalatigheid van verhuurder ten aanzien van de staat van het gehuurde (…). Evenmin geldt het gestelde in 11.6 en 11.8 ten aanzien van de bedrijfsschade, indien de schade het gevolg is van een gebrek aan het gehuurde dat dat verhuurder bij het aangaan van de huurovereenkomst kende of had behoren te kennen (…)’
‘Begin 2010 heeft er een asbestsanering in de winkel plaatsgevonden, de winkel is daarom in 2010 dan ook 2 ½ week gesloten geweest. In die periode is er een volledig nieuw plafond geïnstalleerd.’
‘Schadeberekening, inclusief huurfacturen, overhandigd en akkoord. Voorlopig zal er wekelijks een bedrag van € 3.403,71 (€ 5.566,98 minus € 2.153,71) betaald worden’.Bart’s Retail heeft dat bedrag vervolgens wekelijks (soms onder inhouding van bepaalde bedragen) aan [geïntimeerden] c.s. betaald.
’(…) Dat stelt u wat kort door de bocht. De schadeberekening die u voorhoudt kunnen wij onder meer om die reden niet onderschrijven. De beide voorstellen van uw cliënten om tot financiële afhandeling te komen worden door ons niet geaccepteerd.Bart’s Retail is echter wel bereid om haar aanbod om tot afwikkeling te komen, (…), gedurende een periode van 30 dagen gestand te doen. (…).Intussen worden binnenkort saneringswerkzaamheden uitgevoerd en zijn de voorbereidingen daartoe getroffen. (...) Indien geen overeenstemming over de beëindiging van de exploitatie worden bereikt, kunnen uw cliënten na de sanering en inrichting van de winkel en de Bakker hun exploitatie weer hervatten.’Bij e-mail van 16 januari heeft de gemachtigde van [geïntimeerde2] in reactie daarop onder meer het volgende geschreven:
’(…) Middels mijn brief van 28 december 2012 heb ik u bericht dat cliënten gezien alle omstandigheden willen stoppen met de exploitatie van de franchiseformule. In dit kader heb ik u, namens cliënten, twee voorstellen gedaan (…). Tot mijn grote verbazing wordt hier in uw brief van 14 januari jl. geen inhoudelijke reactie op gegeven. (…)’.Bij brief van 18 januari 2013 heeft Bart’s Retail het door [geïntimeerden] c.s. bij brief van 28 december 2012 gedane voorstel tot afwikkeling verworpen, zelf een voorstel tot afwikkeling bij het stopzetten van de exploitatie van de franchiseformule gedaan, alsmede aansprakelijkheid voor schade afgewezen.
Bij brief van 31 januari 2013 heeft de gemachtigde van [geïntimeerde2] in reactie daarop onder meer het volgende geschreven:
‘(…) Uw voorstel en het voorstel van cliënten wijken zodanig van elkaar af dat cliënten gedwongen worden door te gaan met de exploitatie van de franchiseformule. In dit kader vernemen cliënten van Bart’s Retail de voorwaarden waaronder zij de aan de Buikslotermeerplein 225 na de asbestsanering kunnen exploiteren. (…)’Bij brief van 18 april 2013 heeft Bart’s Retail een laatste bod gedaan om tot definitieve afwikkeling te komen:
‘(…) Partijen komen overeen de tussen hen bestaande franchise- en huurovereenkomst per direct tussentijds te beëindigen tegen betaling door Bart’s Retail van een vergoeding van
4.Het geschil en de beslissing in eerste aanleg
5.De motivering van de beslissing in hoger beroep
Beslist de rechter daarentegen dat de ontbindingsverklaring niet gerechtvaardigd was, dan staat daarmee in beginsel niet alleen vast dat de overeenkomst partijen nog steeds bindt, maar ook dat de ontbindingsverklaring heeft geleid tot verzuim van de partij die deze verklaring aflegde.” Nu in beginsel elke tekortkoming aanspraak geeft op ontbinding van de overeenkomsten, kon [geïntimeerden] c.s. op haar beurt met recht de ontbinding inroepen. Dat de tekortkoming te klein was om ontbinding te rechtvaardigen is gesteld noch gebleken; de tekortkoming zag immers op de kern van de prestaties, te weten het verschaffen van huurgenot en [geïntimeerden] c.s. in staat te stellen met behulp van de franchiseformule ter plaatse een Bakker Bart te exploiteren. Bart’s Retail heeft door de ontbinding aangegeven dat zij niet langer bereid was haar verplichtingen ter zake na te komen. Bij deze stand van zaken kan aan artikel 18 van de franchiseovereenkomst, kort gezegd inhoudende dat voor ontbinding eerst een ingebrekestelling is vereist, geen betekenis meer toekomen. Daarmee slaagt grief II in het incidenteel hoger beroep waarin [geïntimeerden] c.s. klaagt dat de kantonrechter heeft miskend dat Bart’s Retail reeds tekortgeschoten is door de overeenkomsten buitengerechtelijk te ontbinden, waarmee zij aangaf zelf niet meer te willen nakomen wat op zichzelf een toerekenbare tekortkoming oplevert. Datzelfde geldt voor grief III in het incidenteel hoger beroep, die zich richt tegen de afwijzing door de kantonrechter van de door [geïntimeerden] c.s. gevorderde ontbinding. Ten onrechte heeft de kantonrechter dan ook de aansprakelijkheid van Bart’s Retail voor de door [geïntimeerden] c.s. geleden schade alleen gebaseerd op artikel 7:208 BW zodat ook grief V in het incidenteel hoger beroep in zoverre slaagt.