Uitspraak
1.[appellant] ,
[appellante] ,
[appellanten] c.s.,
[geïntimeerde] ,
1.Het verdere verloop van het geding in hoger beroep
2.De feiten
3.De vorderingen en beoordeling in eerste aanleg
4.De beoordeling in hoger beroep
- I) een verklaring voor recht dat [geïntimeerde] onrechtmatig jegens [appellanten] c.s. handelt door een - met een slot afgesloten - poort op het pad gelegen tussen beider woningen gedeeltelijk op grond in eigendom van [appellanten] c.s. te plaatsen waardoor [appellanten] c.s. niet langer in staat zijn hun grond, gelegen achter de poort vrijelijk te betreden;
- II) [geïntimeerde] op straffe van een dwangsom te veroordelen de door haar geplaatste poort op het pad gelegen tussen de woningen van partijen te verwijderen en verwijderd te houden, althans te veroordelen tot verwijdering van de poort voor zover die is bevestigd in de eigendommen van [appellanten] c.s.;
- III) [geïntimeerde] op straffe van een dwangsom te veroordelen tot verwijdering van de camera en de lamp;
- IV) [appellanten] c.s. te machtigen om het gevorderde onder II en III zelf op kosten van [geïntimeerde] te doen of te laten uitvoeren als [geïntimeerde] dat niet binnen dertig dagen na betekening van het arrest heeft gedaan;
- V) in het geval sub II en IV niet wordt toegewezen [geïntimeerde] op straffe van een dwangsom te veroordelen tot afgifte van een sleutel passend in het slot van de poort;
- VI) in het geval het II en IV gevorderde wordt toegewezen [geïntimeerde] op straffe van een dwangsom te veroordelen de schade welke is ontstaan aan de schutting van [appellanten] c.s. door een deskundige partij te laten herstellen;
- VII) [geïntimeerde] te veroordelen tot vergoeding van de schade wegens de grensreconstructie, zijnde € 450,- (kadasterskosten) en € 151,25 (deurwaarderskosten);
- VIII) [geïntimeerde] te veroordelen tot vergoeding van de schade voor het verkrijgen van een kopie veldwerk, zijnde € 41,-;
- IX) voor het geval [geïntimeerde] door verjaring eigenares is geworden van de strook grond van het pad dat volgens het Kadaster aan [appellanten] c.s. toebehoort [geïntimeerde] te veroordelen tot vergoeding van zijn schade door hetzij veroordeling op straffe van een dwangsom tot retro-overdracht van deze strook grond hetzij veroordeling tot betaling van een som geld nader op te maken bij staat,
- X) [geïntimeerde] te veroordelen tot betaling van de proceskosten, de nakosten daaronder begrepen.
- in 1989 heeft de rechtsvoorganger van [appellanten] c.s. op 79 cm afstand van de kadastrale grens een schutting geplaatst en daarmee de strook grond achter die schutting tot aan de kadastrale grens afgescheiden van het erf van (de rechtsvoorgangers van) [appellanten] c.s.;
- [geïntimeerde] heeft de strook grond zelf als pad gebruikt;
- [geïntimeerde] heeft dat deel van het pad ook gebruikt door de strook grond als onderdeel van het dienend erf ter beschikking te stellen als (voet- en krui)pad ten behoeve van de leidende erven ( [b-straat] 16, 18 en 20 en de [a-straat] 10 en 12);
- het uitblijven van protest van [appellanten] c.s. tegen dat gebruik door [geïntimeerde] ;
- de uiterlijke verschijningsvorm.
grief 6in het principaal appel.