Uitspraak
BAM Infra Telecom B.V.,
1.Het verloop van het geding
3.De feiten
4.De verdere beoordeling in het hoger principaal en incidenteel hoger beroep
de arbeidsovereenkomst te ontbinden op grond van artikel 7:671b lid 1 sub a BW jo. artikel 7:669 lid 3 sub e BW primair op grond van ernstig verwijtbaar handelen en derhalve op de meest korte termijn zonder toekenning van de transitievergoeding, subsidiair op grond van verwijtbaar handelen, met veroordeling van [verzoeker] in de kosten van deze procedure”. BAM stelt dat in haar ontbindingsverzoek moet worden gelezen dat zij om een voorwaardelijke beslissing heeft gevraagd, dan wel dat een voorwaardelijke beslissing in dat verzoek besloten ligt, omdat het verzoekschrift doordrenkt is met het verwijt aan [verzoeker] dat hij BAM, de bedrijfsarts en de door BAM in het kader van de re-integratie ingeschakelde bureaus op het verkeerde been heeft gezet, waarbij hij ook heeft gelogen over zijn voetbalactiviteiten. BAM stelt in dat verzoekschrift (onder de kop: “
Geen transitievergoeding en opzegtermijn”) dat zij op grond van artikel 7:673 lid 7 sub c BW geen transitievergoeding verschuldigd is, zoals ook in het petitum in het primaire verzoek is opgenomen. Een en ander duidt volgens BAM op een voorwaardelijk verzoek.