Uitspraak
Havos,
Zorggroep,
1.Het verdere verloop van het geding in hoger beroep
De vaststaande feiten
3.Het geschil en de beslissing in eerste aanleg
4.De beoordeling van de grieven en de vordering
€ 90.000,-. Het hof zal hier dan ook van uitgaan.
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak, die voor het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden diende, gaat het om een hoger beroep van Havos Onroerend Goed B.V. tegen Stichting Zorggroep Groningen. De zaak betreft een geschil over een koopovereenkomst voor een zorgcomplex, waarbij Havos stelt dat de overeenkomst tot stand is gekomen door bedrog of dwaling, en dat Zorggroep tekort is geschoten in de nakoming van de verplichtingen. De koopovereenkomst werd gesloten op 13/19 november 2015 voor een bedrag van € 1.800.000,00, met de ontbindende voorwaarde dat de maatschappelijke bestemming van het complex zou worden gewijzigd. Havos vorderde in eerste aanleg een schadevergoeding van € 278.460,-, maar de rechtbank wees deze vorderingen af. In hoger beroep heeft Havos haar vordering verminderd tot € 90.000,-. Het hof heeft de grieven van Havos beoordeeld en geconcludeerd dat de gevorderde schadevergoeding onvoldoende onderbouwd is. Het hof oordeelt dat Havos niet heeft aangetoond hoe de situatie zonder de gestelde tekortkoming zou zijn geweest, waardoor de omvang van de schade niet kan worden vastgesteld. Het hof bekrachtigt het vonnis van de rechtbank en wijst de vorderingen van Havos af, waarbij zij ook in de kosten van het hoger beroep wordt veroordeeld.