Uitspraak
De beslissing van de kantonrechter
Van die gelegenheid is geen gebruik gemaakt.
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 24 september 2019 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen de beslissing van de kantonrechter van de rechtbank Den Haag van 1 december 2017. De zaak betreft de niet-ontvankelijk verklaring van het beroep van de betrokkene, die werd vertegenwoordigd door een gemachtigde. De kantonrechter had geoordeeld dat de betrokkene niet tijdig zekerheid had gesteld, wat leidde tot de niet-ontvankelijk verklaring van het beroep. De gemachtigde betwistte de ontvangst van de zekerheidsbrieven door middel van een overzicht van zijn verzendadministratie, maar het hof oordeelde dat hij er niet in was geslaagd om op een niet ongeloofwaardige manier te betwisten dat de zekerheidsbrieven waren ontvangen. Het hof benadrukte dat het bestuursorgaan, in dit geval de officier van justitie, aannemelijk moet maken dat een beslissing of ander relevant document is verstuurd. Als dat aannemelijk is gemaakt, is het aan de geadresseerde om te betwisten dat het document is ontvangen. In deze zaak was er geen bewijs dat de zekerheidsbrieven als onbestelbaar retour waren gekomen, en de gemachtigde had niet aannemelijk gemaakt dat hij een zekerheidsbrief van 10 september 2017 had ontvangen. Het hof bevestigde de beslissing van de kantonrechter en wees het verzoek om een proceskostenvergoeding af.