Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
ASR Levensverzekering N.V.,
1.Het verdere verloop van het geding
- de akte houdende uitlating van [pachter] .
2.De verdere beoordeling
- tussen verpachter en pachter bestond op 2 juli 2015 een reguliere pachtovereenkomst of een geliberaliseerde pachtovereenkomst die bij het aangaan 12 jaar of langer duurt;
- het betreft hoevepacht of pacht van minimaal 15 ha grond of pacht van een gebouw; het gebouw moet specifiek zijn ingericht voor de melkveehouderij en voor de uitoefening daarvan noodzakelijk zijn en door de verpachter ten behoeve van het bedrijf van de pachter aan de pachter ter beschikking zijn gesteld;
- de fosfaatrechten worden voor 50% toegerekend aan de gebouwen en 50% aan de grond die de pachter op 2 juli 2015 ten behoeve van het gehouden vee ten dienste stonden en naar verhouding toegerekend aan het gepachte;
- de verpachter dient aan de pachter 50% van de marktwaarde van de over te dragen fosfaatrechten per datum einde pachtovereenkomst te betalen.
De juridische grondslag voor dit oordeel is gevonden in de aard van de pachtovereenkomst en de eisen van redelijkheid en billijkheid (artikel 6:248 lid 1 BW).
“Als sprake is van hoevepacht waarbij een melkveebedrijf aan de pachter in gebruik is verstrekt, is in beginsel steeds sprake van overwegend belang. In deze zaak gaat het om een dergelijke hoevepacht.”Het hof heeft dus al geoordeeld dat ASR aan [pachter] een melkveebedrijf heeft verpacht en dat (in beginsel) is voldaan aan het vereiste van overwegend belang. Dit is een bindende eindbeslissing. Het hof mag van zijn eigen beslissingen niet zomaar terugkomen. Dat kan alleen als het hof een juridische of feitelijke fout heeft gemaakt bij zijn oordeel. Dan mag het hof terugkomen op zijn beslissing om te voorkomen dat hij op een ondeugdelijke grondslag een einduitspraak zou doen.
€ 3.759 (3,5 punten x tarief II) aan salaris advocaat, dus totaal € 4.485.