Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
verzoeker in hoger beroep,
1.Het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
- het beroepschrift met producties 1 tot en met 6, ingekomen op 26 oktober 2018;
- het verweerschrift met producties AGL I en AGL II;
- een journaalbericht van mr. Verbeek van 30 januari 2019 met twee (ongenummerde) producties;
- een journaalbericht van mr. Bagasrawalla van 16 april 2019 met producties 1 tot en met 11;
- een journaalbericht van mr. Verbeek van 18 april 2019 met producties AGL 1, AGL 3 tot en met 7 en AGL 11 en 12.
- een journaalbericht van mr. Bagasrawalla van 1 mei 2019 met één productie;
- een journaalbericht van mr. Verbeek van 7 mei 2019.
3.De feiten
Ouderschapsplan
[verzoeker] heeft op dit moment onvoldoende inkomen en hierdoor geen draagkracht om bij te dragen in het levensonderhoud van [de minderjarige1] . Zodra [verzoeker] in zodanige financiële omstandigheden komt te verkeren, dat hij wel een bijdrage kan leveren, zal hij dat melden aan [de minderjarige1] , waarna de verschuldigde partneralimentatie zal worden vastgesteld.
4.De omvang van het geschil
5.De motivering van de beslissing
- aan huurkosten: kale huur € 891,20 per maand;
- aan ziektekosten: premie basisverzekering € 132,- per maand en verplicht eigen risico