Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
verder te noemen: [verzoeker1] ,
[E],
[F],
1.Het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
3.De feiten in beide zaken
4.De omvang van het geschil
5.De motivering van de beslissing
ambtshalve. Die bevoegdheid komt ook aan het hof als appelrechter toe. Dit brengt mee dat het hof bij zijn beslissing omtrent het ontslag niet gebonden is aan de gronden die eerder zijn aangevoerd. Uit jurisprudentie (ECLI:NL:HR:2015:86) kan worden afgeleid dat ook feiten en omstandigheden die (pas) ter zitting in hoger beroep naar voren zijn gekomen, aan een ontslag ten grondslag kunnen worden gelegd, mits de bewindvoerder voldoende gelegenheid is geboden zijn standpunt daaromtrent aan het hof kenbaar te maken en zo nodig zijn standpunt met stukken te onderbouwen.