Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
1.de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid[Appellant 1] ,
Silverbird B.V.,
Kwinta Korbis B.V.,
[Appellant 4],
[Appellant 5],
Stichting Kinderopvang Noordwest Veluwe,
1.Het verdere verloop van het geding in hoger beroep
2.De vaststaande feiten
3.De vorderingen en beslissing in eerste aanleg
4.De motivering van de beslissing in hoger beroep
Grief 1komt hiertegen op. Nu genoemde procespartijen in hoger beroep wel zijn verschenen, hebben zij bij deze grief geen belang en kan deze onbesproken blijven.
grief 3ligt het beroep op verrekening opnieuw ter beoordeling voor.
grief 3faalt.
grief 5betoogt [Appellanten 2 tot en met 5] dat bij de waardering van de aanspraak op grond van onrechtmatige daad (de bestuurdersaansprakelijkheid) het bestaan van de contractuele verrekeningsbevoegdheid van Manege Voorts een onlosmakelijke rol speelt. Het hof zal eerst deze grieven beoordelen en daarna het beroep op verjaring (
grief 2) behandelen.
Grief 4 en 5treffen geen doel.
grief 2betoogt [Appellanten 2 tot en met 5] dat de vorderingen zijn verjaard stellende dat de verjaring is aangevangen op 2 januari 2010 (de datum vermeld in de geldleningsovereenkomst) en pas is gestuit bij brieven van de curator van 14 juli 2015 en/of het uitbrengen van de dagvaarding aan hen op 27 oktober 2015.
Grief 2faalt.
Grief 6slaagt daarom niet.
grief 7). Deze vordering is door de rechtbank afgewezen, omdat de curator gerechtigd was de verplichting tot betaling van loon en overige vergoedingen op te schorten. Nadat het vonnis was gewezen, heeft de curator (per mail van 14 november 2016) deze vordering op de boedel (van het faillissement van Harbek) verrekend met de vordering die de curator heeft op [Appellant 4] . Deze verrekening werkt, aldus de curator, terug tot het moment dat de verrekeningsbevoegdheid is ontstaan zodat er geen sprake is geweest van een vertraging van de loonbetaling.
Grief7 treft geen doel.