Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
1.de publiekrechtelijke rechtspersoonGemeente Heeze-Leende,zetelend te Heeze, gemeente Heeze-Leendein eerste aanleg: gedaagde in conventie, eiseres in reconventie,
2. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[geintimeerde 2] B.V.,
in eerste aanleg: eiseres in reconventie,
1.Het verdere verloop van het geding in hoger beroep
2.De vaststaande feiten
“Koper is voornemens het Verkochte na vijftien december tweeduizend zeven te gebruiken in het kader van een door Verkoper beoogde ontwikkeling, te weten woningbouw. Tot die datum is het Verkochte door de Koper aan Verkoper verpacht, waarvan blijkt uit een op negen november tweeduizend vier door Koper en op dertien oktober tweeduizend vier door Verkoper getekende pachtovereenkomst, waarvan een kopie aan deze akte zal worden gehecht.”
“Verkoper blijft Pachter van het verkochte voor de duur van de in de pachtovereenkomst met Koper gesloten termijn. Verkoper en Koper sluiten hiertoe een overeenkomst tot éénmalige pacht. Indien na afloop van de termijn zoals opgenomen in de pachtovereenkomst het Verkochte niet op korte termijn tot ontwikkeling zal worden gebracht heeft Verkoper het eerste recht om wederom een pachtovereenkomst voor éénmalige pacht aan te gaan voor de duur welke Koper bepaalt.”
“13.2. (voortgezette) gebruiksrechten ter zake van het Verkochte, ten gunste van rechtsvoorgangers van JaFor, voortvloeiende uit de onder 4.2 vermelde akten, zullen op de Transportdatum voor risico van JaFor zijn beëindigd, op één na: die met de heer [appellant] . JaFor garandeert Gemeente dat voormeld gebruiksrecht ten gunste van [appellant] uiterlijk op een en dertig december tweeduizend twintig (3-12-2020) zal zijn beëindigd en zal Gemeente schriftelijk in kennis stellen van die beëindiging.”
3.Het geschil en de beslissing in eerste aanleg
4.De beoordeling van het hoger beroep
Indien na afloop van de termijn zoals opgenomen in de pachtovereenkomst het Verkochte niet op korte termijn tot ontwikkeling zal worden gebracht heeft Verkoper het eerste recht om wederom een pachtovereenkomst voor éénmalige pacht aan te gaan voor de duur welke Koper bepaalt.”In het licht van de omstandigheden dat [appellant] het eerste recht van pacht was toegekend voor het geval de gronden op korte termijn niet tot ontwikkeling zouden komen en de crisis inmiddels was uitgebroken, is die veronderstelling begrijpelijk, hoewel partijen dat niet zo zijn overeengekomen. De veronderstelling is in elk geval geen zwaarwegende omstandigheid die in het nadeel van [appellant] moet uitvallen. Aan haar kant heeft Jafor stilgezeten en (zonder protest) de betalingen door [appellant] ontvangen, wat voor haar rekening dient te komen. In dit verband moet worden bedacht dat de door [geintimeerde 2] verdedigde beperkende werking van redelijkheid en billijkheid ertoe zou leiden dat zij in geen enkel opzicht is gebonden aan de rechtsgevolgen die de wet verbindt aan de vanaf 15 december 2007 bestaande pachtverhouding tussen partijen.
5.De beslissing
gemeente [gemeente] sectie […] , nummer […] , groot 0.21.00 ha;
gemeente [gemeente] , sectie […] , nummer […] , groot 1.04.95 ha;
S.B. Boorsma, en de deskundige leden mr. ing. E. Oostra en B.Th.W. Lamers, en is in tegenwoordigheid van de griffier in het openbaar uitgesproken op 26 maart 2019.