ECLI:NL:GHARL:2019:2005
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Schadestaatprocedure inzake beroepsaansprakelijkheid van advocaat door niet instellen cassatieberoep
In deze zaak gaat het om een schadestaatprocedure die voortvloeit uit een beroepsfout van een advocaat. [appellant], die als kapitein in dienst was bij een Algerijnse rederij, had een arbeidsconflict dat leidde tot een ontslag op staande voet in 1989. Na een juridische procedure tegen zijn voormalig werkgever, waarbij de rechtbank Haarlem op 30 juli 1996 een vonnis wees, wilde [appellant] cassatieberoep instellen. Echter, zijn advocaat, mr. E. van Staden ten Brink, gaf een negatief cassatieadvies, waarna [appellant] de kans om in cassatie te gaan miste. Hij stelde vervolgens [geïntimeerde], de advocaat die hem had moeten bijstaan in de cassatieprocedure, aansprak voor de schade die hij hierdoor zou hebben geleden. De rechtbank Noord-Nederland oordeelde in 2014 dat [geïntimeerde] een beroepsfout had gemaakt door geen cassatieberoep in te stellen en veroordeelde hem tot schadevergoeding. In hoger beroep vorderde [appellant] een schadevergoeding van € 3.960.021,00, maar het hof oordeelde dat hij onvoldoende had aangetoond dat hij daadwerkelijk schade had geleden als gevolg van de beroepsfout. Het hof bekrachtigde het vonnis van de rechtbank en wees de vorderingen van [appellant] af, waarbij het ook de proceskosten ten laste van [appellant] stelde.