3.1Het hof gaat in hoger beroep uit van de feiten zoals die zijn beschreven in de rechtsoverwegingen 2.1 tot en met 2.20 van het bestreden vonnis. Voor zover dat voor de beoordeling in dit hoger beroep nog van belang is, staat daarmee het volgende vast.
3.1.1[B] en [appellant1] zijn bestuurder van de besloten vennootschap [C] Verpakkingen Beheer B.V. (hierna te noemen: De Jong Beheer). [B] is enig aandeelhouder in De Jong Beheer.
3.1.2Tot 23 april 1999 was De Jong Beheer enig aandeelhouder van de besloten vennootschap [C] Papier B.V. (hierna te noemen: De Jong Papier) en van de besloten vennootschap [C] Verpakkingstechniek B.V. (hierna te noemen: De Jong Verpakkingstechniek).
3.1.3De Jong Papier was enig aandeelhouder in de besloten vennootschap Damheer B.V. (hierna te noemen: Damheer), die op haar beurt voor 70% aandeelhouder was in de besloten vennootschap Niverka Verpakkingen B.V. gevestigd te Druten (hierna te noemen: Niverka). Niverka was enig aandeelhouder in de besloten vennootschap Niverka Folieprodukten B.V., de besloten vennootschap B.V. Cartonnagefabriek en in de besloten vennootschap Niverka Kartonnages B.V.
3.1.4Op 23 april 1999 heeft De Jong Beheer haar aandelen in De Jong Papier en De Jong Verpakkingstechniek verkocht en geleverd aan de besloten vennootschap Beheer- en Beleggingsmaatschappij ReHa B.V. (hierna te noemen: Reha), later de besloten vennootschap Conpax Holding B.V. (hierna te noemen: Conpax Holding), voor fl. 6.000.000,-. Het bedrijfspand, bestaande uit een kantoor, overige gebouwen en terreinen, gelegen aan de [a-straat 1] te [D] (hierna te noemen: de onroerende zaken), bleef in eigendom van De Jong Beheer.
3.1.5De Bank heeft bij overeenkomsten van geldlening van 23 april 1999 aan Conpax Holding een geldlening ten bedrage van fl. 2.000.000,- en een kredietfaciliteit in rekeningcourant ten bedrage van fl. 7.000.000,- verstrekt.
3.1.6Met betrekking tot de onroerende zaken hebben De Jong Beheer en Reha een huurovereenkomst voor de duur van tien jaren gesloten ingaande op 1 januari 1999. Overeengekomen is dat de huurprijs bij aanvang van de huurtijd fl. 750.000,- per jaar (exclusief omzetbelasting ten bedrage van fl. 62.500,- per maand) bedraagt.
3.1.7In oktober 1999 heeft Reha de besloten vennootschap Servo Wrap B.V. te Vlaardingen (hierna te noemen: Servo Wrap) overgenomen.
3.1.8Reha heeft vervolgens besloten tot een herstructurering van haar organisatie, waardoor vanaf begin 2001 tot haar organisatie behoorden De Jong Papier, De Jong Verpakkingstechnieken, Niverka en Servo Wrap.
3.1.9Bij brief van 21 juni 2001 heeft de heer [E] (hierna te noemen: [E] ) aan Conpax Holding het volgende - voor zover van belang - geschreven:
"Herstructurering
Conpax overweegt haar concern te herstructureren. Conpax denkt hierbij aan de oprichting van een nieuwe holdingvennootschap door een derde. Conpax wenst vervolgens Niverka en Servo Wrap aan de nieuw opgerichte holding, bij voorkeur tegen intrinsieke waarde, over te dragen. Conpax behoudt haar twee dochtermaatschappijen te weten De Jong Verpakkingen B.V. en De Jong Papier B.V. De verwachting is dal Conpax als gevolg van de overdracht van haar goed renderende dochtermaatschappijen failliet zat gaan.
Achtergrond herstructurering
Conpax voert een tweetal redenen aan om tot een herstructurering van het concern over te gaan. Conpax heeft in het kader van de overname in april 1999 een huurovereenkomst gesloten met De Jong Beheer B.V. De huurovereenkomst betreft de bedrijfsruimte waar De Jong Papier B.V. haar werkzaamheden uitoefent. De huursom bedraagt jaarlijks f 800.000,-. De gehuurde bedrijfsruimte heeft een oppervlak van zo'n 13.000 m2 De Jong Papier B.V. gebruikt slechts 2.000 van het huurobject. De huurovereenkomst is in 1999 voor 10 jaar aangegaan. Door de zware financiële huurlast dreigt Conpax in financiële problemen te geraken. De Jong Beheer B.V heeft tot op heden geweigerd de huurovereenkomst aan te passen, of toestemming te geven voor onderhuur. Door een eventuele herstructurering blijft de huurovereenkomst rusten bij een vennootschap die naar alle waarschijnlijkheid failliet zal gaan.
Conpax wenst bovendien het aandelenkapitaal te vergroten. Momenteel bedraagt het aandelenkapitaal 3 miljoen gulden. Daarnaast heeft Conpax een achtergestelde lening gesloten met haar aandeelhouders met een totale waarde van 4,8 miljoen gulden. De bank stelt als voorwaarde voor het vergroten van het rekening-courantkrediet, dat de achtergestelde lening wordt omgezet in aandelenkapitaal. Tevens stelt de bank als voorwaarde voor de financiële herstructurering dat nieuwe aandeelhouders deelnemen in het kapitaal van Conpax of een nieuw op te richten holding.
Noodzaak herstructurering
Hel omzetten van de achtergestelde lening in aandelenkapitaal en het aantrekken van nieuwe participanten kan ook binnen de bestaande concernstructuur geschieden. Met andere woorden de wijziging van de vennootschapsstructuur is niet strikt noodzakelijk voor de financiële herstructurering. Hierbij zij nog opgemerkt dat het Conpax vrij lijkt te staan de
activa van haar dochtervennootschap De Jong Papier B.V. te verkopen.
Het aanpassen van de concernstructuur zal daarom vooral zijn gericht op beëindigen van de huurovereenkomst.
Pauliana
Het oprichten van een nieuwe holdingvennootschap en het verkopen van gezonde dochtervennootschappen aan de nieuwe holdingvennootschap met als doel de huurovereenkomst die Conpax heeft gesloten met De Jong Beheer B.V. "achter te laten'' in een vennootschap die waarschijnlijk failliet gaat, lijkt strijdig met artikel 42 Faillissementswet. Het sluiten van een koopovereenkomst waarbij 'Nevenka en Servo Wrap aan een derde worden verkocht is een onverplichte rechtshandeling. Eén van de schuldeisers van Conpax, te weten de verhuurder, wordt als gevolg van deze rechtshandelingen benadeeld. Bij zowel Conpax als bij de derde bestaat wetenschap over de benadeling van de betreffende schuldeiser. Geraakt Conpax inderdaad in faillissement, dan zou de curator de onverplicht verrichte rechtshandeling kunnen vernietigen.
Ook buiten faillissement is het overigens mogelijk dat een schuldeiser een vordering instelt tot vernietiging van een onverplichte rechtshandeling van zijn debiteur, indien de schuldeiser in zijn mogelijkheid tot geldelijk verhaal is benadeeld (artikel 3:45 BW).
Conclusie
Gelet op het feit dat een financiële herstructurering ook mogelijk is zonder het wijzigen van de vennootschapsstructuur, lijkt het risicovol om op deze wijze te trachten onder de huurovereenkomst uit te komen. Een dergelijke handelwijze zou als paulianeus kunnen worden aangemerkt met alle consequenties van dien."
3.1.10Bij notariële akte van 7 augustus 2001 hebben de besloten vennootschap Kaanven Beheer B.V. (hierna te noemen: Kaanven), de besloten vennootschap Lumeer Invest B.V. (Lumeer) en Friesland Bank Participaties, 3.630 respectievelijk 6.080 en 12.070 gewone aandelen in Conpax Holding verkregen. Conpax Holding werd in dezen vertegenwoordigd door haar bestuurder, de besloten vennootschap Vemaco (Venema Management Consulting B.V.), die op haar beurt werd vertegenwoordigd door de heer [F] ( [F] ) als directeur van Vemaco. Voor Kaanven, Lumeer en Friesland Bank Participaties gold een betalingsverplichting van € 363.000,- respectievelijk € 608.000,- en € 1.207.000,-, welke betalingsverplichtingen blijkens de notariële akte reeds per 1 april 2001 waren voldaan door middel van verrekening met achtergestelde leningen ten laste van Conpax Holding. Door de emissie van deze aandelen bestond het geplaatste kapitaal uit 43.486 gewone aandelen, waarvan 19.603 gewone aandelen aan Friesland Bank Participaties behoorden.
3.1.11Bij notariële akte van eveneens 7 augustus 2001 heeft een heruitgifte van aandelen plaatsgevonden, waarbij Conpax Holding aan Friesland Bank Participaties en Lumeer 4.447 respectievelijk 2.360 gewone aandelen heeft uitgegeven tegen een bedrag van € 444.700,- respectievelijk € 236.000,-, waarmee Friesland Bank Participaties in het geplaatste kapitaal van 28.551 gewone aandelen van Conpax Holding over 14.249 gewone aandelen beschikte.
3.1.12Bij notariële akte van 8 juli 2002 heeft Conpax Holding haar statutaire naam gewijzigd in "Beheer- en Beleggingsmaatschappij REHA B.V.".
3.1.13Bij brief van 24 juli 2002 heeft [G] van Ernst & Young Accountants ( [G] ) aan Reha naar aanleiding van een door haar gedaan verzoek tot het uitvoeren van een indicatieve waardebepaling van de aandelen per 31 december 2001 van Niverka en Servo Wrap het volgende - voor zover van belang - geschreven:
"De Friesland Bank heeft recentelijk aangegeven voornemens Ie zijn haar kredieten aan Beheer- en Beleggingsmaatschappij REHA B.V. (van eind 2000 tot medio 2002 genaamd 'Conpax Holding B V.') en haar dochtervennootschappen [C] Papier B V. en [C] Verpakkingstechniek B.V. op te zeggen.
Ter delging van deze schulden stelt u de Friesland Bank het volgende voor: de in uw bezit zijnde en aan de Friesland Bank verpande aandelen in:
• Niverka Verpakkingen B.V. (inclusief dochtermaatschappijen) te Druten en
• Servo Wrap B.V. te Vlaardingen (inclusief zustermaatschappij [C] Verpakkingstechniek B.V. te Heerenveen) zullen worden verkocht om met de opbrengst hiervan de openstaande .schulden aan de Friesland Bankte verminderen.
(…)
Het opzeggen van de kredieten door de Friesland Bank is een ernstige bedreiging voor het voortbestaan van REHA en de in de financieringsovereenkomst mede begrepen dochters. Genoemde bedrijven zullen derhalve in de loop van 2002 waarschijnlijk in faillissement verkeren. De dochters Niverka en Servo Wrap maken geen onderdeel uit van genoemde financieringsovereenkomst; zij zijn zelfstandig financieringsafspraken met andere partijen overeengekomen."
3.1.14Bij brief van 24 juli 2002 heeft de Bank haar kredietverlening aan Reha, De Jong Papier en De Jong Verpakkingstechniek met onmiddellijke ingang opgezegd vanwege de zorgelijke ontwikkeling van de financiële positie en rentabiliteit van de ondernemingen, het ontbreken van voldoende continuïteitsperspectieven voor de ondernemingen en het niet langer gewaarborgd zijn van de nakoming van de rente- en aflossingsverplichtingen aan de Bank door Reha, De Jong Papier en De Jong Verpakkingstechniek. De Bank heeft gevorderd dat Reha, De Jong Papier en De Jong Verpakkingstechniek een bedrag van € 2.863.061,14 aan haar terugbetalen.
3.1.15Op 1 augustus 2002 heeft de Bank de voorzieningenrechter te Leeuwarden verzocht te bepalen dat zij de aandelen, die Reha zowel in Servo Wrap als in De Jong Verpakkingstechniek bezit, mag verkopen aan de besloten vennootschap Conpax Group B.V. (hierna Ie noemen: Conpax Group) voor een bedrag van € 45.378,02. Op 12 augustus 2002 heeft de voorzieningenrechter het verzochte toegestaan.
3.1.16Op 29 augustus 2002 heeft de rechtbank Leeuwarden het faillissement van Reha en De Jong Papier uitgesproken. Daarbij is mr. S.A. Roodhof als curator benoemd.
3.1.17Naar aanleiding van een door De Jong Beheer op 8 december 2003 gedaan verzoek tot het houden van een voorlopig getuigenverhoor heeft de rechtbank de heer [F] , de heer [H] (destijds directeur van Friesland Bank Participaties), de heer [I] (één van dc aandeelhouders in Lumeer), [B] , de heer [J] (destijds commissaris) en de heer [K] (destijds interim manager) gehoord.
3.1.18In de procedure, die heeft geleid tot het vonnis van 4 januari 2006 van dc rechtbank Zwolle-Lelystad, heeft mr. Roodhof in zijn hoedanigheid van curator in hel faillissement van Dc Jong Papier en van Reha ter zake van primair onbehoorlijk bestuur als bedoeld in artikel
2:248 lid 1 BW en subsidiair onrechtmatige daad [F] en Vemaco gedagvaard. De
rechtbank Zwolle-Lelystad heeft de gevraagde verklaringen voor recht en de daaruit volgende gevorderde veroordeling tot schadevergoeding afgewezen.
3.1.19Bij brieven van 27 augustus 2007 heeft mr. Van Rij de Bank en Friesland Bank Participaties geschreven dat [B] zowel in zijn hoedanigheid van bestuurder/ aandeelhouder van Dc Jong Beheer als pro se hem heeft verzocht de Bank en Friesland Bank Participaties te dagvaarden ter zake van de aansprakelijkheid van door hem door toedoen van de Bank en Friesland Bank Participaties geleden schade op grond van onrechtmatige daad en/of andere rechtsgronden. Voorts heeft mr. Van Rij geschreven met de brieven een mogelijke verjaring van de claim(s) dan wel rechtsvordering(en) van [B] te stuiten.
3.1.20Bij arrest van 25 november 2008 heeft het Gerechtshof Arnhem het vonnis van de rechtbank Zwolle-Lelystad van 4 januari 2006 bekrachtigd. Het Gerechtshof heeft vastgesteld dat tussen partijen niet in geschil is dat de groep waartoe De Jong Papier en Reha behoorden, kampte met verslechterde resultaten en dat de aan [F] en Vemaco gemaakte verwijten - de juistheid daarvan in het midden latend - niet uitstijgen boven het niveau van "domheden en beleidsfouten van het bestuur" en derhalve niet de conclusie kunnen dragen dat aan de criteria voor aansprakelijkheid, die het Gerechtshof in zijn overweging 5.4 heeft genoemd, is voldaan.