Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
1.Het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
3.De vaststaande feiten
(...)
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak, die voor het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden diende, gaat het om een geschil tussen een verkoper van een paard, aangeduid als [Appellant], en de koper, aangeduid als [Geintimeerde]. De koper heeft het paard gekocht voor een bedrag van € 45.000, maar heeft later geklaagd over de eigenschappen van het paard, dat volgens hem niet voldeed aan de verwachtingen die hij op basis van de koopovereenkomst mocht hebben. De koper heeft het paard als gevaarlijk en onbetrouwbaar ervaren, wat leidde tot een rechtszaak waarin hij de koopovereenkomst wilde vernietigen op basis van dwaling en non-conformiteit. Het hof heeft de eerdere uitspraken van de rechtbank Gelderland, zittingsplaats Zutphen, bekrachtigd, waarin de rechtbank de vorderingen van de koper in eerste aanleg had behandeld. Het hof oordeelde dat de koper niet te laat had geklaagd over de gebreken van het paard en dat de verjaringstermijn niet was verstreken. Het hof bevestigde dat de verkoper de bewijslast had om aan te tonen dat het paard bij aflevering voldeed aan de overeenkomst. De zaak werd terugverwezen naar de rechtbank voor verdere behandeling, waarbij de kosten van het hoger beroep voor de verkoper kwamen te liggen. De uitspraak benadrukt de belangrijke rol van de klachtplicht van de koper en de bewijsvermoedens in consumentenkoop.