Uitspraak
[appellant],
HGB,
1.Het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
3.De vaststaande feiten
4.Het geschil en de beslissing in eerste aanleg
5.De beoordeling van de grieven en de vordering in hoger beroep
kanzijn gedaan, omdat de 8,33 ontbrekende dienstjaren het resultaat is van de rekensom die eerst kon worden gemaakt nadat in 2003 duidelijk werd dat de waarde van het opgebouwde pensioen bij het bedrijfspensioen gelijkstond aan 3,58 pensioenjaren onder de eindloonpolis. Het verschil tussen de claim van (bijna) 12 opbouwjaren over de periode 1 februari 1979 tot 1 januari 1991 en deze opbouw van 3,58 pensioenjaren komt neer op 8,33 pensioenjaren.
na2008 in de veronderstelling mocht verkeren dat HGB zijn pensioenclaim alsnog zou hebben gehonoreerd omdat HGB een backservicebetaling had verricht, kan het hof niet volgen. Immers de enige backservicebetaling waarvan in de stukken sprake is, is de betaling van september 2005, genoemd in rov 3.6, waarvan [appellant] in het gesprek van februari 2008 stelde dat die ontoereikend was.