Uitspraak
Enexis B.V.,
1.Gemeente Aa en Hunze,
2. Gemeente Appingedam,
3. Gemeente Assen,
4. Gemeente Het Hogeland, als opvolgster van de gemeenten Bedum, De Marne en Eemsmond,
5. Gemeente Borger-Odoorn,
7. Gemeente Delfzijl,
9. Gemeente Emmen,
10. Gemeente Westerkwartier, als opvolgster van de gemeenten Grootegast, Leek, Marum en Zuidhorn,
11. Gemeente Groningen, als opvolgster van de gemeenten Haren en Ten Boer,
12. Gemeente Midden-Groningen, als opvolgster van de gemeenten Hoogezand-Sappemeer, Menterwolde en Slochteren,
17. Gemeente Midden-Drenthe,
18. Gemeente Noordenveld,
19. Gemeente Pekela,
22. Gemeente Tynaarlo,
23. Gemeente Veendam,
24. Gemeente Westerwolde, als opvolgster van de gemeente Vlagtwedde,
25. Gemeente Oldambt,
27. Provincie Drenthe,
28. Provincie Groningen,
“gemeente Aa en Hunze c.s.”of
“de Overheden”,
1.Het verloop van het geding in hoger beroep
- de memorie van antwoord (met productie),
bij Arrest:
en voorts:
De Overheden te veroordelen in de kosten van het geding in beide instanties;
2.De feiten
blijkens haar statuten ten doel heeft:
3.De vorderingen en beoordeling in eerste aanleg
- de gemeente Groningen eigenaresse is van de binnen haar grondgebied gelegen OV-netten.
- Enexis (Aktivabedrijf) eigenares is van het laagspanningselektriciteitsnet, waartoe de OV-netten en het overig laagspanningsnet behoren alsmede de met dit laagspanningselektriciteitsnet verbonden boven- of ondergrondse transformator-, schakel- verdeel- en onderstations en andere hulpmiddelen, maar waartoe niet behoren lichtmasten en andere bovengrondse palen, bedieningsapparatuur, automatiseringsinstallaties en laagspanning- en/of OV-kasten voor zover het niet voornoemde transformator-, schakel-, verdeel- en onderstations en andere hulpmiddelen van het net betreffen, in en op de vonnis nader omschreven percelen van de Overheden.
4.De beoordeling in hoger beroep
grief 1en dient de in hoger beroep ingestelde vordering dat voor recht dient te worden verklaard dat de Samenwerkingsovereenkomst OVL niet rechtsgeldig door middel van opzegging kan worden beëindigd te worden afgewezen. Hierdoor heeft Enexis geen belang bij de behandeling van
grief 2, waarin het standpunt wordt ingenomen dat in het geval de Overeenkomsten EGD/OVL op grond van de wet of inhoud niet opzegbaar zijn artikel 6:248 lid 2 BW, althans artikel 6:258 BW, een eenzijdige opzegging niet kunnen rechtvaardigen.
grief 3dat de door de Overheden aangevoerde opzeggingsgrond voldoende zwaarwegend is. In het geval deze grief zou slagen heeft het hof in het kader van de devolutieve werking van het hoger beroep het verweer van de Overheden in eerste aanleg te beoordelen of in een geval als het onderhavige een zwaarwegende grond voor opzegging is vereist. Uit doelmatigheidsoverwegingen zal het hof eerst de laatste vraag beoordelen.