Uitspraak
Verkort arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken
[verdachte]
Het hoger beroep
Onderzoek van de zaak
Het vonnis waarvan beroep
De tenlastelegging
Verzoeken verdachte
Juridisch kader smaadschrift
Bij de hier aan de orde zijnde vraag staan twee hoogwaardige belangen tegenover elkaar: enerzijds het belang dat individuele burgers niet door publicaties in de pers worden blootgesteld aan lichtvaardige verdachtmakingen, anderzijds het belang dat niet door gebrek aan bekendheid bij het grote publiek misstanden die de samenleving raken kunnen blijven voortbestaan. Welke van deze belangen in een gegeven geval de doorslag hoort te geven hangt af van de in onderling verband te beschouwen omstandigheden.).Belangrijk is de mate waarin de door verdachte
Overweging met betrekking tot het bewijs
Bewijsmiddelen
De door verdachte op de terechtzitting van het hof van 28 januari 2019 afgelegde verklaring, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
De door verdachte op de terechtzitting van de rechtbank op 21 juni 2016 afgelegde verklaring, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van aangifte van Politie Noord-Nederland d.d. 17 juli 2014, opgenomen op pagina 20 e.v. van het dossier met nummer [nummer] d.d. 17 september 2015, voor zover inhoudende als verklaring van [slachtoffer] , woonachtig te [plaats 1] , zakelijk weergegeven:
Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van verhoor aangever van Politie Eenheid Noord-Nederland d.d. 15 september 2015, opgenomen op pagina 25 e.v. van het onder 3 genoemde dossier, voor zover inhoudende als verklaring van [slachtoffer] , zakelijk weergegeven:
Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal relaas van onderzoek van Politie districtsrecherche Fryslân, d.d. 17 september 2015, opgenomen op pagina 3 e.v. van het onder 3 genoemde dossier, voor zover inhoudende als relatering van verbalisant, zakelijk weergegeven:
Een schriftelijk stuk, te weten een boek met als titel “ [titel] ”, met als ondertitel: “ [ondertitel] ”, geschreven door [verdachte] en
[medeverdachte] , voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
Bewezenverklaring
[persoon 3]goed kende omdat [persoon 3] altijd bij [slachtoffer] in de caravan kwam bij wie [persoon 2] en haar vriendjes regelmatig rondhingen (pagina 52),
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
zouworden aangenomen dat verdachte ervan uit mocht gaan dat het alternatieve scenario rondom de moord op [persoon 2] , zoals opgenomen in voornoemd boek, de waarheid zou betreffen, dan heeft verdachte bij publicatie van het boek de grenzen van proportionaliteit uit het oog verloren. In het kader van het algemeen belang dat verdachte nastreefde met publicatie van het boek (en nog steeds nastreeft) bestond geen noodzaak om de naam van aangever [slachtoffer] op te nemen in het boek, noch de noodzaak om de andersoortige zaken aangaande aangever [slachtoffer] , die niks met de moord op [persoon 2] te maken hebben, in het boek op te nemen zoals de beweringen met betrekking tot snuff movies, mensenhandel en handel in gestolen spullen. Verdachte heeft immers consistent verklaard dat zijn doel was bekendmaking van de omstandigheid dat de verkeerde man vastzit voor de moord op [persoon 2] alsmede – in het bijzonder - dat het openbaar ministerie hiervan altijd op de hoogte is geweest en dit in de doofpot heeft gestopt. Dit doel had ook bereikt kunnen worden door bijvoorbeeld gebruik van een gefingeerde naam voor [slachtoffer] of gebruik van zijn initialen. Verdachte heeft hierover bovendien ter terechtzitting van het hof van 28 januari 2019, alsmede ter terechtzitting van de rechtbank (desgevraagd) verklaard dat besloten is om aangever [slachtoffer] wel met naam en toenaam op te nemen in het boek, omdat aangever volgens verdachte en zijn medeverdachte bleef liegen. Daarnaast heeft verdachte aangevoerd dat het algemeen belang werd gediend door het noemen van de naam van [slachtoffer] . Verdachte heeft aangegeven dat omdat het openbaar ministerie ‘de zaak in de doofpot heeft gestopt’ het op zijn weg lag, het schandaal aan het publiek kenbaar te maken. De onderbouwing van verdachte dat hierbij ook de naam van [slachtoffer] genoemd moest worden, is omdat [slachtoffer] niet mee wilde werken aan de door verdachte en diens medeverdachte voorgestelde afspraak. Het hof is van oordeel dat dit niet aangemerkt kan worden als een reden die het algemeen belang - voor zover daarvan sprake is in deze - diende.
Strafbaarheid van de verdachte
Oplegging van straf en/of maatregel
“Ik kan me hier niet tegen verzetten. Ik kan hier niets tegen doen. Mijn naam is tot aan mijn dood kapot. Ik kan zelfs geen nieuwe relatie meer vinden door dit alles.”
Vordering tenuitvoerlegging
Toepasselijke wettelijke voorschriften
BESLISSING
gevangenisstrafvoor de duur van
2 (twee) maanden.
4 (vier) weken.