Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM - LEEUWARDEN
[Z](hierna: belanghebbenden)
inspecteurvan de
Belastingdienst Kantoor Rotterdam(hierna: de Inspecteur)
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak gaat het om het hoger beroep van de erven [X] tegen de uitspraak van de rechtbank Gelderland, waarin het beroep tegen een aanslag erfbelasting niet-ontvankelijk werd verklaard. De erven hadden eerder hun beroep ingetrokken tijdens een zitting, maar stelden later dat deze intrekking onder dwang en bedrog had plaatsgevonden. De rechtbank had op 6 november 2018 geoordeeld dat de intrekking rechtsgeldig was, wat de erven in hoger beroep aanvechten. Het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden heeft de zaak op 17 december 2019 behandeld. De erven voerden aan dat de gemaakte afspraken tijdens de zitting niet overeenkwamen met wat in het proces-verbaal was vastgelegd. De Inspecteur van de Belastingdienst stelde dat de intrekking van het beroep correct was en dat er geen sprake was van dwang of bedrog. Het Hof concludeert dat de intrekking van het beroep rechtsgeldig was en dat er geen recht op proceskostenvergoeding bestaat. De uitspraak van de rechtbank wordt bevestigd, en het Hof ziet geen aanleiding voor vergoeding van griffierecht of proceskosten.