Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
1.[appellant sub 1] ,en2. [appellante sub 2] ,
in eerste aanleg: eisers in conventie, verweerders in reconventie,
1.1. [geïntimeerde sub 1] ,en
[geïntimeerde sub 2],
beiden wonende te [woonplaats] ,
in eerste aanleg: gedaagden in conventie, eisers in reconventie,
Geïntimeerden zullen hierna gezamenlijk [geïntimeerden] worden genoemd.
1.Het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
2.2 Op de eerst dienende dag is de zaak geselecteerd voor comparitie na aanbrengen en voor mediation. Ook is verstek verleend tegen [geïntimeerden] De zaak is vervolgens op de rol gekomen van 15 augustus 2017 voor het nemen van de memorie van grieven aan de zijde van [appellanten] , op welke datum aan [appellanten] (ambtshalve peremptoir) uitstel is verleend voor het nemen van grieven tot 12 september 2017.
2.4 Bij brief van 30 oktober 2017 heeft [appellanten] het hof verzocht terug te komen op zijn rolbeslissing dat het recht op het nemen van de memorie van grieven is vervallen. Tevens heeft [appellanten] het hof verzocht pleidooi te bepalen.
2.5 Bij H2-formulier van 24 november 2017, bedoeld voor de rolzitting van 28 november 2017, heeft mr. Degenaar zich namens [geïntimeerden] in de procedure gesteld. Bij fax van 23 november 2017 heeft [geïntimeerden] betoogd dat het recht van [appellanten] op het nemen van een memorie van grieven is vervallen en het hof verzocht het verzoek tot het houden van het pleidooi af te wijzen.
3. De motivering van de beslissing in hoger beroep
3.5 Dit argument gaat niet op. Op 4 juli 2017 is de zaak geselecteerd voor comparitie na aanbrengen. In artikel 2.9 van het procesreglement staat dat de comparitie na aanbrengen niet wordt gehouden voordat beide partijen het griffierecht hebben betaald. Hieruit volgt dat een comparitie na aanbrengen alleen wordt gehouden indien beide partijen zijn verschenen (en het griffierecht hebben voldaan). Op de rol van 4 juli 2017 is aan [geïntimeerden] verstek verleend. [appellanten] wist, zo volgt uit zijn stellingname (pagina 3, 3e alinea e.v. brief 30 oktober 2017), dat [geïntimeerden] op dat moment niet zou verschijnen in de procedure in verband met lopende schikkingsonderhandelingen en dat een comparitie na aanbrengen dus niet zou worden gehouden. Vanwege het niet verschijnen van [geïntimeerden] is de zaak terecht op de rol gekomen voor het nemen van memorie van grieven en mocht [appellanten] er ook niet van uit gaan dat dit slechts een formaliteit was in afwachting van een nog nader te bepalen comparitie na aanbrengen. [appellanten] heeft het hof op 11 september 2017 verzocht uitstel te verlenen voor het nemen van de memorie van grieven. De zaak heeft tot driemaal op de rol gestaan voor het nemen van een memorie van grieven. [appellanten] had het roljournaal, gelet op het voorgaande, niet anders kunnen en mogen begrijpen dan dat hij na het verlenen van het verstek uiteindelijk op 10 oktober 2017 ambtshalve peremptoir van grieven had moeten dienen.
3.6 [appellanten] heeft voorts aangevoerd dat artikel 1.7 van het procesreglement niet uitsluit dat er nog een uitstel kan worden verkregen. Verder heeft [appellanten] zich beroepen op artikel 3.2 van het procesreglement. Dit artikel bepaalt dat indien appellant aan enige toepasselijke bepaling van de voorgaande artikelen, met uitzondering van het bepaalde in artikel 3 lid 1 onder a, niet heeft voldaan en het verzuim kan worden hersteld, het hof een termijn van twee weken voor herstel verleend. [appellanten] stelt dat uit artikel 3.2 van het procesreglement volgt dat ‘artikelen’ slaat op alle voorgaande artikelen van het procesreglement. [appellanten] stelt dat wanneer is verzuimd uitstel te vragen op grond van deze bepaling een termijn van twee weken moet worden gegund voor herstel daarvan.
3.12 Tot slot is evenmin gebleken dat sprake is van een onjuiste feitelijke of juridische grondslag of dat sprake is van een fout, op grond waarvan het hof gelet op de goede procesorde dient terug te komen op de bindende eindbeslissing van 10 oktober 2017.
€ 2.148,- (2 punten x tarief II) aan salaris voor de advocaat.