In deze zaak, die voor het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden diende, gaat het om een hoger beroep van Haerst B.V. tegen Lizard Apps B.V. inzake een proceskostenveroordeling in een eerdere uitspraak van de rechtbank Gelderland. De zaak betreft een geschil over auteursrechten op software die door Haerst B.V. werd gebruikt. Lizard Apps B.V. vorderde een verbod op verdere inbreuken op haar auteursrecht en stelde dat Haerst B.V. onterecht gebruik maakte van haar software. Het hof heeft in deze tussenuitspraak de proceskostenveroordeling in eerste instantie beoordeeld aan de hand van artikel 1019h van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv), dat van toepassing is op handhavingsvorderingen inzake auteursrechten.
Het hof heeft vastgesteld dat de vordering van Lizard Apps B.V. een handhaving van haar auteursrecht betrof, ondanks het verweer van Haerst B.V. dat zij op basis van een licentieovereenkomst gerechtigd was de software te gebruiken. Het hof heeft de proceskosten voor de eerste instantie toegewezen aan Haerst B.V. en de kosten van het hoger beroep vastgesteld. De advocaat van Haerst B.V. heeft een urenstaat overgelegd waaruit blijkt dat er 17 uur en 48 minuten aan de zaak is besteed, wat het hof redelijk achtte. Het hof heeft de kosten van het hoger beroep aan de zijde van Haerst B.V. begroot op € 726 voor griffierecht en € 1.138,50 voor salaris advocaat.
De beslissing van het hof houdt in dat het vonnis van de voorzieningenrechter van de rechtbank Gelderland van 9 oktober 2017 voor zover het onderdeel 5.2 betreft, wordt vernietigd. Lizard Apps B.V. wordt veroordeeld tot betaling van de proceskosten aan de zijde van Haerst B.V. en de nakosten worden eveneens toegewezen. Het arrest is uitgesproken in het openbaar op 10 december 2019.