Het hof oordeelt als volgt.
Het uitgangspunt van Flora Holland bij haar schadeberekening is de hoeveelheid aluminium die door [persoon 1] volgens de administratie van [Bedrijf X] daar is ingeleverd over de jaren 2000 tot en met april 2003 (1.309.550 kg.), waarna deze hoeveelheid aluminium is teruggerekend tot een aantal stapelwagens. [appellant] heeft de juistheid van dit uitgangspunt en ook de uitwerking daarvan onvoldoende gemotiveerd betwist, terwijl dit wel van hem verwacht mocht worden. Weliswaar rust de bewijslast dat er schade is geleden op Flora Holland en dient zij bij begroting van die schade voldoende te stellen om de uitgangspunten daarvan te onderbouwen, maar dat heeft zij gedaan door overlegging van de processen-verbaal die opgesteld zijn in het kader van het strafrechtelijk onderzoek. [appellant] heeft vervolgens zijn betwisting van die begroting van de schade in de processtukken slechts toegespitst op een beperkt aantal punten, hiervoor onder 3.10 gerubriceerd als a. tot en met d.
Flora Holland heeft onder verwijzing naar het politieonderzoek (met name het onderzoek ter plekke op het terrein van [Bedrijf X] en het onderzoek van de boekhouding van [Bedrijf X] ) aangevoerd dat het aluminiumschroot dat is aangetroffen bij [Bedrijf X] en terug te voeren is op leveringen door [persoon 1] steeds afkomstig is van stapelwagens die eigendom waren van Flora Holland. Ter gelegenheid van de comparitie van partijen in hoger beroep heeft [persoon 2] dit desgevraagd bevestigd. [persoon 2] heeft verklaard dat bij beschouwing van het aluminiumschroot stapelwagens van Flora Holland herkend kunnen worden aan de kleur van de beugel en ook aan de naam van het bedrijf, die op de stapelwagens vermeld was.
[appellant] heeft hier slechts tegen ingebracht dat een aantal stapelwagens mogelijk afkomstig was van een ander veilingbedrijf, maar heeft deze stelling verder niet uitgewerkt. Flora Holland heeft in dit kader ook nog aangevoerd dat in het onderzoeksrapport kennelijk uit het oog is verloren dat Flora Holland meerdere vestigingen heeft en dat uit de verklaring van [persoon 1] blijkt dat slechts stapelwagens werden opgehaald bij de vestigingen van Flora Holland.
Ook de betwisting door [appellant] onder c., die door Flora Holland gemotiveerd is weersproken, is te weinig uitgewerkt om af te doen aan de schadeberekening door Flora Holland. Die berekening gaat immers uit van de op de administratie van [Bedrijf X] gebaseerde veronderstelling dat [persoon 1] op een groot aantal dagen in met name 2001 en 2002 meerdere keren per dag aluminium aanleverde bij [Bedrijf X] , waarbij het niet ging om intacte stapelwagens die in de vrachtauto van [persoon 1] geladen moesten worden, maar om veel minder ruimte innemend verzaagd schroot.
Nu het uitgangspunt van de schadeberekening van Flora Holland alleen de hoeveelheid aluminium is die door [persoon 1] bij [Bedrijf X] is aangeleverd, is niet relevant of de administratie van stapelwagens bij Flora Holland steeds geheel precies kloppend was. [appellant] heeft onvoldoende gesteld voor de aannemelijkheid dat [persoon 1] ook alleen en/of ook andere personen (wie en in welke mate?) of andere factoren (welke en waarom?) een rol van betekenis speelden bij het grote aantal stapelwagens dat vermist werd in de periode 2000 tot en met 2003. Wel acht het hof relevant dat uit de verklaring die [persoon 2] bij de politie heeft afgelegd blijkt dat op 6 januari 2003 in totaal 15.894 stapelwagens werden vermist bij Flora Holland, terwijl uit het politieonderzoek blijkt dat [persoon 1] in 2003 nog slechts 10.640 kg aluminium bij [Bedrijf X] heeft ingeleverd, overeenkomend met 152 stapelwagens. Het hof gaat daarom bij de begroting van de schade uit van een totaal van 16.046 aan vermiste stapelwagens.
Voor het overige geldt, in het bijzonder nu als vaststaand moet worden aangenomen dat [appellant] onrechtmatig stapelwagens van Flora Holland heeft weggenomen, dat het op zijn weg lag om zijn verweer betreffende de omvang van de gevolgen van zijn onrechtmatig handelen met concrete feiten en omstandigheden te motiveren, in plaats van te volstaan met een meer algemene betwisting van de stellingen van Flora Holland.
Dat een stapelwagen een waarde had van € 400,- per exemplaar is niet betwist door [appellant] , zodat de totale schade uitkomt op € 6.418.400,- (€ 16.046 x € 400,-). Dit bedrag ligt daarmee voor toewijzing gereed, vermeerderd met de niet weersproken wettelijke rente over dit bedrag vanaf 1 januari 2002. Grief III gaat slechts in beperkte mate op.