ECLI:NL:GHARL:2018:9104
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Aansprakelijkheid voor onrechtmatige daad bij installatie werkzaamheden en gevaarzetting
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van [appellant] tegen ASR Schadeverzekering N.V. over de aansprakelijkheid voor schade die is ontstaan door een defect in de hemelwaterafvoer (HWA) van een winkelcentrum. Het hof verwijst naar eerdere vonnissen van de rechtbank Midden-Nederland en behandelt de procedure in hoger beroep. De feiten zijn als volgt: [eigenaar winkelcentrum] heeft een grootschalige herontwikkeling van het winkelcentrum uitgevoerd, waarbij [appellant] als onder-onderaannemer verantwoordelijk was voor de installatie van de HWA. Op 28 juli 2014, tijdens hevige regenval, is de HWA defect geraakt, wat leidde tot waterschade bij de huurders van het winkelcentrum. ASR, de opstalverzekeraar van de huurders, heeft de schade vergoed en is in de rechten van de huurders gesubrogeerd. ASR vordert schadevergoeding van [appellant] op basis van onrechtmatige daad, stellende dat [appellant] onzorgvuldig heeft gehandeld door de buizen niet te fixeren volgens de voorschriften.
In eerste aanleg heeft de rechtbank de vordering van ASR toegewezen, maar [appellant] is in hoger beroep gegaan. Het hof overweegt dat de aansprakelijkheid van [appellant] niet alleen afhankelijk is van de contractuele relatie met BAM, maar ook van de zorgvuldigheid die van [appellant] jegens de huurders kon worden verwacht. Het hof concludeert dat de belangen van de huurders niet voldoende kenbaar waren voor [appellant] en dat de schade niet voorzienbaar was. Het hof vernietigt het vonnis van de rechtbank en wijst de vordering van ASR af, waarbij ASR in de proceskosten wordt veroordeeld.