Uitspraak
Overwegingen:
Beslissing
[terbeschikkinggestelde] .
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 12 juli 2018 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen de beslissing van de rechtbank Overijssel, die op 22 februari 2018 de terbeschikkingstelling van de terbeschikkinggestelde met twee jaar had verlengd. De terbeschikkinggestelde, geboren in Turkije in 1971, was in voorlopige hechtenis genomen na een incident op 5 november 2017 en verblijft sindsdien in een Penitentiair Psychiatrisch Centrum. Tijdens de zitting op 28 juni 2018 heeft de terbeschikkinggestelde, bijgestaan door zijn raadsvrouw mr. M.M.A.J. Goris, zijn standpunt toegelicht. De raadsvrouw pleitte voor afwijzing van de vordering tot verlenging, terwijl het openbaar ministerie, vertegenwoordigd door advocaat-generaal mr. A. de Vries, de voortzetting van de maatregel bepleitte, gezien het hoge recidivegevaar en de noodzaak van intensieve zorg.
Het hof oordeelde dat de huidige terbeschikkingstelling geen belemmering vormt voor de strafrechter in de nieuwe strafzaak om opnieuw een terbeschikkingstelling op te leggen. Het hof bevestigde de beslissing van de rechtbank, met aanvulling van gronden, en oordeelde dat de verlenging van de terbeschikkingstelling met twee jaar gerechtvaardigd is, gezien de ernst van de stoornis en het gebrek aan ziektebesef bij de terbeschikkinggestelde. Het hof wees het verzoek van de raadsvrouw om de behandeling aan te houden af, omdat de voortgang van de behandeling van de vordering tot verlenging van de terbeschikkingstelling niet afhankelijk kan zijn van de uitkomst van de nieuwe strafzaak. De beslissing werd openbaar uitgesproken door de voorzitter en de raadsheren, met de griffier aanwezig.