Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
[appellant sub 2],
[appellant sub 3],
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 7 augustus 2018 uitspraak gedaan in hoger beroep over een vordering tot schorsing van de tenuitvoerlegging van een vonnis van de rechtbank Gelderland. De appellanten, waaronder een besloten vennootschap, hebben de rechtbank in eerste aanleg aangeklaagd wegens schending van een non-concurrentiebeding. De rechtbank heeft geoordeeld dat de appellante sub 1 dit beding overtrad en haar veroordeeld tot betaling van een schadevergoeding aan de geïntimeerden, Voertuig Documentatie Centrum B.V. en Automotive Facility IT B.V., en in de proceskosten. De appellanten hebben in hoger beroep verzocht om schorsing van de tenuitvoerlegging van dit vonnis, stellende dat de rechtbank een misslag heeft gemaakt en dat de betalingsverplichting hen in een noodsituatie zou brengen.
Het hof heeft de argumenten van de appellanten beoordeeld en geconcludeerd dat er onvoldoende feiten en omstandigheden zijn aangevoerd die rechtvaardigen dat het belang van de appellanten bij schorsing zwaarder weegt dan het belang van de geïntimeerden bij de voortzetting van de tenuitvoerlegging. Het hof heeft de vordering tot schorsing afgewezen en de appellanten veroordeeld in de kosten van het incident. De hoofdzaak is aangehouden voor verdere behandeling.