Uitspraak
Divine,
de curator,
1.Het verdere verloop van het geding in hoger beroep
2.De vaststaande feiten
3.Het geschil en de beslissing in eerste aanleg
“de executie te (doen) schorsen in afwachting van een gerechtelijke uitspraak in een door de curator te entameren bodemprocedure, waarin de curator onder meer een verklaring voor recht zal vorderen dat Divine Dubai noch een vordering heeft op [A] Vastgoed noch een recht van hypotheek op de onroerende zaken staande en gelegen aan en nabij de [a-straat 1] ”. Divine is veroordeeld in de proceskosten.
4.De beoordeling van de grieven en de vordering
grief Ikomt Divine op tegen het oordeel van de voorzieningenrechter dat zij de vragen, of Divine bestaat, of Divine IoM daadwerkelijk een bedrag van Hfl 10 miljoen aan [A] Vastgoed heeft geleend en/of daadwerkelijk aan [A] Vastgoed heeft betaald, vooralsnog onvoldoende beantwoord acht.
Grief IIricht zich tegen het oordeel van de voorzieningenrechter dat Divine onvoldoende aannemelijk heeft gemaakt dat haar het recht van parate executie toekomt oftewel dat er een rechtsgeldige cessie heeft plaatsgevonden.
De derde en laatste griefricht zich tegen het oordeel van de voorzieningenrechter dat het belang van de curator bij het niet doorgaan van de veiling zwaarder dient te wegen dan het belang van Divine bij executie van haar hypotheekrecht. Met de grieven legt Divine het geschil in volle omvang voor aan het hof. Het hof zal de grieven dan ook gezamenlijk beoordelen.
5.De slotsom
6.De beslissing
€ 718,- voor verschotten en op € 1.074,- voor salaris overeenkomstig het liquidatietarief;