Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
in zijn hoedanigheid van bewindvoerder van:
[verzoeker],
wonende te [C] ,
verweerster in het incidenteel appel,
verder te noemen:
de man,
advocaat mr. E. Henkelman te Groningen,
wonende op een geheim adres,
verweerster in het principaal appel,
verzoekster in het incidenteel appel,
verder te noemen:
de vrouw,
advocaat mr. D. Jakobs te Emmen.
1.1. Het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
- het verweerschrift tevens incidenteel appel;
- het verweerschrift in het incidenteel appel;
- een journaalbericht van mr. Henkelman van 24 oktober 2017 met productie(s);
- een journaalbericht van mr. Jakobs van 23 april 2018 met productie(s);
- een journaalbericht van mr. Henkelman van 3 mei 2018 met productie(s);
- een journaalbericht van mr. Henkelman van 9 mei 2018 met productie(s).
3.Feiten
4.De omvang van het geschil
€ 25,- per maand en de partneralimentatie op nihil. De bovengrens van het geschil wordt gevormd door het verzoek van de vrouw om de onderhoudsbijdragen te laten gelden zoals die zijn bepaald in de beschikking van 7 maart 2012 (zijnde in 2012 respectievelijk
€ 185,- per maand en € 350,- per maand).
5.De motivering van de beslissing
4 juli 2011 dat destijds in de echtscheidingsprocedure is ingediend - dient te worden uitgegaan van een netto gezinsinkomen van partijen in de laatste periode van het huwelijk van € 1.481,- per maand en een daarmee corresponderende behoefte van afgerond € 183,- per maand. Geïndexeerd naar 2014 is dat een behoefte van afgerond € 189,- per maand. Het hof zal daar met partijen vanuit gaan.
€ 1.248,- kindgebonden budget. Een en ander leidt doorgerekend tot een NBI van € 884,- per maand en dat correspondeert in de draagkrachttabel met een (minimale) draagkracht van
€ 25,- per maand.
(189 - 90 - 25 = 74 /2 = 37). Daaruit volgt dat de man de zorgkorting niet kan verzilveren en de door de man aan de vrouw verschuldigde kinderbijdrage in dit jaar moet worden bepaald het bedrag van zijn draagkracht zijnde € 90,- per maand.
De partneralimentatie
€ 779,- netto per maand (€ 1.481,- minus € 183,- = € 1.298,- x 60%). Geïndexeerd naar 2014 is dat een behoefte van afgerond € 810,- netto per maand.
(vangnet) karakter ervan. Gelet op hetgeen partijen over en weer hebben aangevoerd omtrent de situatie van de vrouw ziet het hof geen aanleiding verdiencapaciteit aan de vrouw toe te rekenen mede nu zij is belast met de dagelijkse zorg voor [de minderjarige] en haar extra zorg behoevende zoon. Eventuele toeslagen waar de vrouw aanspraak op heeft zijn evenmin van invloed op haar behoeftigheid (vgl. ECLI:NL:HR:2017:1273). Uit het voorgaande volgt dat de behoeftigheid van de vrouw kan worden becijferd in dit jaar op € 810,- netto per maand.
de draagkracht van de man voor partneralimentatie
5.15 Uit de draagkrachtberekening blijkt dat de man een draagkracht heeft voor partneralimentatie (inclusief fiscaal voordeel) van € 22,- per maand.
€ 11.520,- bruto. Hierbij heeft de vrouw aanspraak op € 4.313,- kindgebonden budget. Een en ander leidt doorgerekend in het rekenprogramma tot een NBI van € 1.153,- per maand en dat correspondeert in de draagkrachttabel met een (minimale) draagkracht van € 25,- per maand. In dit jaar is de vrouw bevallen van haar zoon. Nu zij echter geen inzage heeft gegeven in zijn behoefte en de mate waarin zijn vader daarin bijdraagt zal het hof hem in deze procedure buiten beschouwing laten. Overeenkomstig de eigen draagkrachtberekening van de vrouw (zie 5.16) zal in de berekening aan de zijde van de vrouw vanaf 2015 uitgegaan worden van een kindgebondenbudget voor een kind. De (minimale) draagkracht van de vrouw wordt geacht volledig beschikbaar te zijn voor [de minderjarige] .
de draagkracht van de man voor partneralimentatie
€ 4.337,- in totaal op jaarbasis. Het hof heeft haar zoon buiten beschouwing gelaten gelet op de eigen draagkrachtberekening van de vrouw en omdat de vrouw geen inzage heeft gegeven in zijn behoefte en de mate waarin de vader van haar zoon daaraan bijdraagt. Een en ander leidt doorgerekend tot een NBI van de vrouw in 2016 van € 1.336,- per maand en dat correspondeert in de draagkrachttabel met een draagkracht van € 70,- per maand.
de draagkracht van de man voor partneralimentatie
* de draagkracht van de vrouw
de draagkracht van de man voor partneralimentatie
€ 25,- per maand in dit jaar. De uitkering van de vrouw in 2018 bedraagt in dit verband circa € 992,- per maand inclusief vakantietoeslag. Dat leidt tezamen met haar aanspraak op een kindgebonden budget voor [de minderjarige] van € 4.489,- op jaarbasis doorgerekend tot een NBI van
€ 1.192,- per maand inclusief kindgebonden budget en dat NBI correspondeert in de tabel met genoemde forfaitaire minimale draagkracht van € 25,- per maand.
de draagkracht van de man voor partneralimentatie
6.6. Aangehechte berekeningen
7.7. De slotsom
8.De beslissing
1 januari 2014 op € 90,- per maand en de door de man aan de vrouw verschuldigde uitkering tot levensonderhoud per 1 januari 2014 op nihil;