ECLI:NL:GHARL:2018:6065

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

Datum uitspraak
28 juni 2018
Publicatiedatum
2 juli 2018
Zaaknummer
TBS P18/0085
Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep terbeschikkingstelling en verzoek tot voorwaardelijke beëindiging van verpleging van overheidswege

In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 28 juni 2018 uitspraak gedaan in het beroep van een terbeschikkinggestelde, die onder verantwoordelijkheid van FPC verblijft. Het beroep was gericht tegen de beslissing van de rechtbank Gelderland van 19 februari 2018, waarin de terbeschikkingstelling met een jaar werd verlengd en het openbaar ministerie werd opgedragen om de mogelijkheden van een voorwaardelijke beëindiging van de verpleging van overheidswege te onderzoeken. Het hof heeft de terbeschikkinggestelde en zijn raadsvrouw gehoord tijdens de zitting op 14 juni 2018. De terbeschikkinggestelde heeft aangegeven dat hij stabiel functioneert en dat er geen incidenten zijn voorgevallen. De raadsvrouw heeft verzocht om de reclassering de mogelijkheden van een voorwaardelijke beëindiging te laten onderzoeken. Het openbaar ministerie heeft echter geconcludeerd dat voortzetting van de maatregel geïndiceerd is, gezien het recidivegevaar en de noodzaak van begeleiding. Het hof heeft het verzoek van de terbeschikkinggestelde afgewezen, omdat de noodzakelijkheid van een onderzoek niet is gebleken en heeft de beslissing van de rechtbank gedeeltelijk vernietigd. Het hof bevestigde echter de overige delen van de beslissing van de rechtbank, waarbij het hof de reclassering aanmoedigt om voor de volgende verlengingszitting te rapporteren over de mogelijkheden van een voorwaardelijke beëindiging.

Uitspraak

TBS P18/0085
Beslissing d.d. 28 juni 2018
De kamer van het hof als bedoeld in artikel 67 van de Wet op de rechterlijke organisatie heeft te beslissen op het beroep van
[naam terbeschikkinggestelde],
geboren te [geboorteplaats] op [1969] ,
onder verantwoordelijkheid van FPC [naam FPC] ,
verblijvende bij [naam kliniek] ,
[adres] te [plaats] .
Het beroep is ingesteld tegen de beslissing van de rechtbank Gelderland, zittingsplaats Zutphen, van 19 februari 2018, houdende verlenging van de terbeschikkingstelling met een termijn van een jaar en een opdracht aan het openbaar ministerie “om voorafgaand aan de volgende verlengingszitting de mogelijkheden van een maatregelenrapport te laten onderzoeken”.
Het hof heeft gelet op de stukken, waaronder:
- het proces-verbaal van het onderzoek in eerste aanleg;
- de beslissing waarvan beroep;
- de akte van beroep van de terbeschikkinggestelde van 19 februari 2018;
- de aanvullende informatie van FPC [naam FPC] van 22 mei 2018, met als bijlage het voortgangsverslag toezicht van Reclassering Nederland Toezichtsunit 5 Oost, van 4 april 2018, opgemaakt door [deskundige 1] ;
- de door de raadsvrouw ter zitting van het hof overgelegde stukken, zijnde een pleitnota alsmede een e-mailwisseling tussen de raadsvrouw en [deskundige 2] van 31 mei 2018.
Het hof heeft ter zitting van 14 juni 2018 gehoord de terbeschikkinggestelde, bijgestaan door zijn raadsvrouw mr. J.A.M. Kwakman, advocaat te Assen, en de advocaat-generaal mr. E.C.A.M. Langenhorst.

Overwegingen:

Het standpunt van de terbeschikkinggestelde en zijn raadsvrouw
De externe deskundigen hebben in december 2017 aangegeven dat een voorwaardelijke
voorwaardelijke beëindiging van de verpleging van overheidswege mogelijk is wanneer de terbeschikkinggestelde stabiel en zonder incidenten binnen een (forensische) beschermde woonvorm blijft functioneren. Inmiddels is er een half jaar verstreken en is het proefverlof stabiel en positief verlopen. De terbeschikkinggestelde is transparant en hij stelt zich begeleidbaar op. De relatie van de terbeschikkinggestelde met de reclassering is erg goed en interventies vanuit de kliniek hebben niet plaatsgevonden. De feitelijke begeleiding vindt vooral plaats door de begeleiders van de woonvoorziening waar de terbeschikkinggestelde verblijft en dat verloopt goed. De kliniek heeft niet veel bemoeienis meer met de terbeschikkinggestelde. Nu de terbeschikkinggestelde al geruime tijd stabiel functioneert, zich aan de voorwaarden houdt en zich begeleidbaar en transparant opstelt, is het moment van een voorwaardelijke beëindiging van de verpleging van overheidswege aangebroken. De terbeschikkinggestelde kan blijven wonen bij de [naam kliniek] tot er een geschikte vervolgvoorziening is gevonden. Het recidivemanagement dat nodig is om het recidivegevaar laag tot matig te houden, kan ook in het kader van een voorwaardelijke beëindiging van de verpleging van overheidswege geboden worden.
De raadsvrouw heeft verzocht de behandeling van de zaak aan te houden teneinde de reclassering de mogelijkheden van een voorwaardelijke beëindiging van de verpleging van overheidswege te laten onderzoeken.
Het standpunt van het openbaar ministerie
Gelet op de ernst van de stoornis, het gegeven dat het recidivegevaar bij een eventuele beëindiging van de terbeschikkingstelling op korte termijn als matig en (middel)lange termijn als matig tot hoog wordt ingeschat, en het gegeven dat de terbeschikkinggestelde nog begeleiding nodig heeft, is voortzetting van de maatregel geïndiceerd. Uit de (aanvullende) informatie van de kliniek volgt dat een stapsgewijs en geleidelijk resocialisatietraject gezien de problematiek van de terbeschikkinggestelde is aangewezen. De advocaat-generaal heeft geconcludeerd tot bevestiging van de beslissing van de rechtbank. Voor een voorwaardelijke beëindiging van de verpleging van overheidswege acht de advocaat-generaal het thans nog te vroeg.
Het oordeel van het hof
Afwijzen verzoek
Het hof acht zich op basis van de voorhanden zijnde informatie voldoende voorgelicht om te kunnen oordelen op het door de terbeschikkinggestelde ingediende beroep. Het verzoek tot het door de reclassering doen onderzoeken van de mogelijkheden van een voorwaardelijke beëindiging van de verpleging van overheidswege wordt afgewezen, nu de noodzakelijkheid daarvan niet is gebleken. Het hof acht een voorwaardelijke beëindiging van de verpleging van overheidswege prematuur. Het hof acht bij de resocialisatie de weg van de geleidelijkheid aangewezen, zodat ook het verdere verloop van een relatie in combinatie met het gegeven dat terbeschikkinggestelde libido remmende middelen gebruikt, alsook huisvesting en financiën goed gemonitord kunnen worden.
Gedeeltelijke vernietiging
De rechtbank heeft zowel in de overwegingen als in het dictum opgenomen dat, zo verstaat het hof, het openbaar ministerie ervoor dient zorg te dragen dat door de reclassering voor de volgende verlengingszitting wordt gerapporteerd over de mogelijkheden van een voorwaardelijke beëindiging van de verpleging van overheidswege (een zogenaamd maatregelenrapport). Voor een dergelijke imperatieve opdracht biedt het wettelijke beslissingskader van de verlengingsrechter geen ruimte. De verlengingsrechter kan zich in zijn overwegingen uitlaten over de wenselijkheid van een onderzoek door de reclassering naar de (on)mogelijkheden van een voorwaardelijke beëindiging van de verpleging van overheidswege voor de volgende verlengingszitting, maar dit niet als onderdeel van zijn beslissing opleggen. Het hof zal de beslissing van de rechtbank daarom in zoverre vernietigen (vgl Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden 11 juni 2015, ECLI:NL:GHARL: 2015:4707).
Het hof is voor het overige van oordeel dat de rechtbank op goede gronden heeft geoordeeld en op juiste wijze heeft beslist. Daarom zal de beslissing, waarvan beroep voor het overige met overneming van die gronden worden bevestigd.
Aanvullende overweging
Het hof acht het, evenals de rechtbank, gewenst dat de reclassering voor de eventuele volgende verlengingszitting bij de rechtbank de mogelijkheden van een voorwaardelijke beëindiging van de verpleging van overheidswege onderzoekt en daarover rapporteert.

Beslissing

Het hof:
Wijst afhet verzoek tot het doen onderzoeken van de mogelijkheden van een voorwaardelijke beëindiging van de verpleging van overheidswege.
Vernietigtde beslissing van de rechtbank Gelderland, zittingsplaats Zutphen, van
19 februari 2018 met betrekking tot de terbeschikkinggestelde
[naam terbeschikkinggestelde].
voor zover deze betreft de opdracht aan het openbaar ministerie ervoor zorg te dragen dat door de reclassering voor de volgende verlengingszitting wordt gerapporteerd over de mogelijkheden van een voorwaardelijke beëindiging van de verpleging van overheidswege.
Bevestigtvoormelde beslissing voor het overige.
Aldus gedaan door
mr. E.A.K.G. Ruys als voorzitter,
mr. G. Mintjes en mr. A. van Holten als raadsheren,
en dr. W.F.J.M. van Kordelaar en drs. C.J.J.C.M. van Gestel als raden,
in tegenwoordigheid van mr. J.P. Fuchs-van Dis als griffier,
en op 28 juni 2018 in het openbaar uitgesproken.
Mr. Mintjes en de raden zijn buiten staat deze beslissing mede te ondertekenen.