ECLI:NL:GHARL:2018:5707
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Hoger beroep
- L.J. de Kerpel - van de Poel
- B.J. Engberts
- M.H. van Vugt
- Rechtspraak.nl
Kort geding over opheffing conservatoir beslag na overlijden procespartij en bestuurdersaansprakelijkheid
In deze zaak, die voorligt bij het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, betreft het een kort geding waarin de appellanten, na het overlijden van een procespartij, de voortzetting van de procedure hebben aangevraagd. De zaak draait om de opheffing van een conservatoir beslag dat gelegd is op de woning van de geïntimeerden, gegrond op bestuurdersaansprakelijkheid. De appellanten, die in het principaal hoger beroep zijn, hebben eerder een vordering tot het leggen van beslag ingediend, maar de voorzieningenrechter heeft deze vordering in eerste aanleg toegewezen. De appellanten hebben grieven ingediend tegen deze beslissing, waarbij zij stellen dat het beslag onterecht is gelegd en dat de geïntimeerden onrechtmatig hebben gehandeld. Het hof heeft de feiten en de procedure in eerste aanleg in overweging genomen, evenals de argumenten van beide partijen. Het hof concludeert dat er summierlijk sprake is van de ondeugdelijkheid van de vordering van de appellanten, en dat de grieven falen. Het hof bekrachtigt het vonnis van de voorzieningenrechter en veroordeelt de appellanten in de kosten van het principaal hoger beroep. De beslissing van het hof is genomen op 19 juni 2018.