Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM - LEEUWARDEN
[Z](hierna: belanghebbende)
inspecteurvan de
Belastingdienst/Kantoor Almere(hierna: de Inspecteur)
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak gaat het om het hoger beroep van belanghebbende tegen de uitspraak van de rechtbank Gelderland, waarin de rechtbank de beroepen tegen de aanslagen in de inkomstenbelasting en de inkomensafhankelijke bijdrage Zorgverzekeringswet ongegrond heeft verklaard. Belanghebbende heeft voor het jaar 2013 geen aangifte gedaan, ondanks meerdere uitnodigingen en aanmaningen van de Inspecteur. De Inspecteur heeft vervolgens ambtshalve aanslagen opgelegd, waarop belanghebbende bezwaar heeft gemaakt. De rechtbank heeft het bezwaar afgewezen, waarna belanghebbende in hoger beroep is gegaan.
Het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden heeft op 23 mei 2018 uitspraak gedaan. Het Hof oordeelt dat de Inspecteur terecht is overgegaan tot omkering en verzwaring van de bewijslast, omdat belanghebbende niet aan de aangifteverplichtingen heeft voldaan. Het Hof bevestigt dat de Inspecteur bij het vaststellen van de aanslagen is uitgegaan van een redelijke schatting van het inkomen van belanghebbende, en dat deze schatting de redelijkheidstoets kan doorstaan. Belanghebbende is er niet in geslaagd om overtuigend aan te tonen dat het inkomen te hoog is vastgesteld.
Daarnaast is aan belanghebbende een verzuimboete opgelegd wegens het niet doen van aangifte. Het Hof onderschrijft de motivering van de rechtbank dat deze verzuimboete passend en geboden is. Het hoger beroep van belanghebbende wordt ongegrond verklaard, en het Hof bevestigt de uitspraak van de rechtbank. Er wordt geen aanleiding gezien voor vergoeding van griffierecht of proceskosten.