Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM - LEEUWARDEN
inspecteurvan de
Belastingdienst/Kantoor Leeuwarden(hierna: de Inspecteur)
1.Ontstaan en loop van het geding
2.Vaststaande feiten
-1.348
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van belanghebbende tegen de uitspraak van de rechtbank Noord-Nederland, waarin de rechtbank het beroep ongegrond heeft verklaard. De inspecteur van de Belastingdienst had een aanslag in de inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen (IB/PVV) opgelegd voor het jaar 2014, waarbij belastingrente, een verzuimboete en een vergrijpboete waren opgelegd. De inspecteur stelde dat belanghebbende de vereiste aangifte niet had gedaan en beroept zich op omkering en verzwaring van de bewijslast. Belanghebbende ontkent de ontvangst van de uitnodiging en aanmaningen tot het doen van aangifte en stelt dat de inkomsten uit coachingswerkzaamheden aan zijn bv toekomen. Het Hof oordeelt dat de inspecteur niet aannemelijk heeft gemaakt dat belanghebbende de aanmaning heeft ontvangen en dat hij ten onrechte heeft aangenomen dat belanghebbende geen aangifte heeft gedaan. Het Hof vernietigt de vergrijpboete en verklaart het beroep gegrond. De inspecteur wordt veroordeeld in de proceskosten van belanghebbende en moet het betaalde griffierecht vergoeden.