Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
[minderjarige],
Veduma Medisch Adviseurs,
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 1 mei 2018 uitspraak gedaan in hoger beroep over een verzoek van een appellante, die optreedt voor zichzelf en als wettelijke vertegenwoordiger van haar minderjarige zoon, om inzage in medische analyses en persoonsgegevens. De appellante had eerder een schadevergoedingsvordering ingesteld tegen het Waterlandziekenhuis en de betrokken gynaecoloog, na de geboorte van haar zoon waarbij een hoge dwarslaesie was geconstateerd. De Hoge Raad had eerder de vordering van de appellante afgewezen, omdat niet was komen vast te staan dat de gynaecoloog onzorgvuldig had gehandeld.
De appellante verzocht Veduma Medisch Adviseurs om informatie op basis van artikel 35 van de Wet bescherming persoonsgegevens (Wbp). Veduma had echter geweigerd om inzage te geven in de medische analyses die deskundigen hadden gemaakt op verzoek van de medisch adviseur van de aansprakelijkheidsverzekeraar. Het hof oordeelde dat de Wbp geen recht op inzage in deze analyses biedt, omdat deze analyses niet als persoonsgegevens in de zin van de Wbp kunnen worden aangemerkt. Het hof heeft de eerdere beslissing van de rechtbank vernietigd voor zover het verzoek om een overzicht van de verwerking van persoonsgegevens werd afgewezen en heeft bepaald dat Veduma binnen vier weken een volledig overzicht van de verwerking van persoonsgegevens van de appellante moet verstrekken.
De uitspraak benadrukt de grenzen van het inzagerecht onder de Wbp en de rol van medische analyses in aansprakelijkheidsprocedures. Het hof heeft de proceskosten in hoger beroep gecompenseerd, omdat beide partijen deels in het ongelijk zijn gesteld.