Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
1.mr. Alphonsus Antonius Maria Spliet,
mr. Paul Frederik Schepel,
Pieter Miedema RA,
Eurocommerce Recreatie B.V.,
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak, die voor het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden diende, gaat het om een hoger beroep in het kader van faillissementspauliana. De appellanten, Hotel/Restaurant “De Roskam” B.V. en een andere besloten vennootschap, hebben in hoger beroep de beslissing van de rechtbank Gelderland aangevochten. De rechtbank had geoordeeld dat de appellanten niet in staat waren om tegenbewijs te leveren tegen het wettelijk vermoeden van benadeling van schuldeisers, zoals vastgelegd in artikel 43 lid 1 sub 5 van de Faillissementswet (Fw). Het hof heeft in eerdere tussenarresten de appellanten de gelegenheid gegeven om tegenbewijs te leveren, maar heeft geconcludeerd dat dit bewijs niet voldoende was om het wettelijk vermoeden te weerleggen.
De procedure begon met een tussenarrest van 18 april 2017, waarin het hof de appellanten vroeg om bewijs te leveren dat zij ten tijde van de rechtshandelingen in december 2011 niet wisten of behoorden te weten dat deze handelingen de schuldeisers zouden benadelen. De appellanten hebben verschillende getuigenverklaringen overgelegd, maar het hof oordeelde dat deze verklaringen onvoldoende waren om het wettelijk vermoeden te ontzenuwen. Het hof heeft daarbij ook gekeken naar eerdere strafvonnissen die relevant waren voor de bewijswaardering.
Uiteindelijk heeft het hof geoordeeld dat de verklaringen van de getuigen, waaronder die van de voormalige bewindvoerder en belastingadviseur, niet overtuigend genoeg waren om aan te tonen dat de appellanten niet met een redelijke mate van waarschijnlijkheid het faillissement van Eurocommerce Recreatie en een tekort daarin hebben kunnen voorzien. Het hof heeft het vonnis van de rechtbank bekrachtigd en de appellanten veroordeeld in de kosten van het hoger beroep. De uitspraak is gedaan op 1 mei 2018.