Uitspraak
de gemeente,
Bezinn,
1.Het geding in eerste aanleg
4 oktober 2017 dat de voorzieningenrechter in de rechtbank Noord-Nederland, locatie Leeuwarden, heeft gewezen.
2.Het geding in hoger beroep
mr. Mutsaers.
“
dat het hof bij arrest, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad, het vonnis waarvan beroep zal vernietigen en, opnieuw recht doende, zo nodig onder ambtshalve aanvulling van de gronden, alsnog:
3.De vaststaande feiten en grief I
Grief Ifaalt derhalve.
Eén van de geschiktheidseisen (nr. 4 in hoofdstuk 7 van de beschrijvende documenten) is het hebben van een kwaliteitsmanagementsysteem:
‘Aanbieder heeft bij inschrijving een kwaliteitsmanagementsysteem geïmplementeerd.’Uit hoofdstuk 6 blijkt dat de geschiktheidseisen uit het Programma van Eisen een ‘knock-out’ karakter hebben:
‘Het niet voldoen aan één of meerdere van deze eisen leidt automatisch tot uitsluiting.’
i) een onderneming kan zelfstandig inschrijven;
ii) een onderneming kan als onderdeel van een samenwerkingsverband (combinatie) inschrijven;
iii) een onderneming kan in de vorm van een hoofd-/onderaannemer constructie inschrijven.
Met betrekking tot 'Hoofdaannemerschap en Onderaannemerschap' vermelden de beschrijvende documenten in 3.3 respectievelijk 3.7 (voor zover hier van belang):
“Beste onderaannemer van BEZINN,
Bezinn heeft daarop voor beide zorgdomeinen het kwaliteitssysteem Federatie Landbouw en Zorg 'Kwaliteit laat je zien' en vervolgens een brief van 19 juni 2017 met als onderwerp 'Kwaliteitssysteem Stichting BEZINN: Kwaliteit laat je zien' ingediend. Laatstgenoemde brief vermeldt (voor zover van belang):
“Tussentijdse toetreding van aanbiedersGedurende de looptijd van de overeenkomst (dus na 1/1/2018) kunnen aanbieders zich aanmelden om in aanmerking te komen voor een raamovereenkomst. Er is sprake van doorlopende toetreding. De gunning van de overeenkomst wordt slechts dan verstrekt, wanneer de nieuwe zorgaanbieder voldoet aan alle gestelde criteria, waaraan ook de oorspronkelijk gecontracteerde opdrachtnemers moeten voldoen op het moment van de ingangsdatum voor de nieuw af te sluiten overeenkomst. De einddatum voor overeenkomst met tussentijdse toetreders is in alle gevallen dezelfde al die voor de al eerder gecontracteerde aanbieders, namelijk 31/12/2018 of in het geval van verlenging de dan geldende einddatum voor de verlenging.”
4.Het geschil en de beslissing in eerste aanleg
5.De beoordeling van de (overige) grieven en de vordering
Die vraag kan bevestigend worden beantwoord: Bezinn heeft naar zijn aard nog steeds een spoedeisend belang bij een gunningsbeslissing. De gemeente heeft een voldoende procesbelang, omdat zij in het ongelijk is gesteld en in de kosten is veroordeeld. De appelrechter dient te beslissen over de in eerste aanleg uitgesproken proceskostenveroordeling. Daartoe moet hij onderzoeken of de vordering die in eerste aanleg ter beoordeling voorlag terecht is toe- of afgewezen, met inachtneming van het in appel gevoerde debat en naar de toestand zoals die zich voordoet ten tijde van zijn beslissing in hoger beroep (vgl. HR 3 september 1993, ECLI:NL:HR:1993:ZC1050 en HR 15 april 2016, ECLI:NL:HR:2016:661).
De grieven II en VI
“Het betreft hier een Europese aanbestedingsprocedure hetgeen betekent dat Sociaal
De gemeente is in dat kader niet slechts ‘in beginsel’ maar onverkort gehouden de kernbeginselen van het aanbestedingsrecht: gelijkheid, non-discriminatie, proportionaliteit en transparantie, in acht te nemen. De omstandigheid dat sprake is van een aanbesteding volgens het zogeheten Zeeuws model, maakt dat niet anders. Bij de beoordeling van inschrijvingen mag de gemeente slechts acht slaan op hetgeen in die inschrijvingen staat vermeld. Het staat haar niet vrij andere aspecten – zoals wetenschap die zij uit andere hoofde heeft, bijvoorbeeld op grond van de samenwerking met een van de inschrijvers in het verleden – mee te wegen.
“… behoorde het naar het voorlopig oordeel van de voorzieningenrechter ook tot de verantwoordelijkheid van Sociaal Domein Fryslan om Bezinn en de zorgboerderijen, gelet op de werkwijze van Bezinn, met die informatie erop te wijzen dat een inschrijving via Bezinn niet (meer) paste binnen de nieuwe, door Sociaal Domein Fryslan opgezette aanbestedingsprocedure. ….”
Het is de verantwoordelijkheid van de gemeente om alle potentiele inschrijvers door middel van de aanbestedingsstukken van dezelfde, duidelijke informatie te voorzien. De potentiele inschrijvers kunnen daarover desgewenst vragen stellen die door de gemeente in een voor alle inschrijvers te raadplegen Nota van Inlichtingen worden beantwoord. Het is vervolgens de verantwoordelijkheid van iedere inschrijver zelf om op basis van de aldus beschikbare informatie tot een geldige inschrijving te komen.
Beoordeling van de vordering van Bezinn
1 januari 2015 met Bezinn contracteert. Namens Sociaal Domein Fryslân is nimmer aangegeven dat het op grond van de eisen die Sociaal Domein Fryslân aan de inschrijver stelt, het niet mogelijk zou zijn voor Bezinn om namens de zorgboerderijen in te schrijven.
Iedere zorgboerderij heeft een eigen kwaliteitssysteem geïmplementeerd, zodat Bezinn garant kan staan voor de kwaliteit die wordt geleverd door de bij haar aangesloten zorgboerderijen. Bezinn wist niet beter dan dat zij zelf kon inschrijven op de aanbesteding. Potentiele uitsluiting van Bezinn leidt tot een enorme verschraling van het zorgaanbod.
Subsidiair is Bezinn van mening dat het besluit om niet te gunnen onvoldoende gemotiveerd en daarmee onzorgvuldig is.
Meer subsidiair acht zij de wijze waarop gegund is in strijd met het gelijkheidsbeginsel, nu wel aan Philadelphia Zorg is gegund, terwijl ook daar sprake is van een situatie waarin de locaties van Philadelphia Zorg de zorg verlenen en het hoofdkantoor de administratie verzorgt.
Bezinn heeft ook niet als combinatie ingeschreven, hoewel dat in de gegeven situatie het meest voor de hand had gelegen. In het Uniform Europees Aanbestedingsdocument heeft zij bij beide aanbestedingen onder het kopje ‘Wijze van deelneming’ de vraag: ‘Neemt de ondernemer samen met anderen deel aan de aanbestedingsprocedure?’ met ‘nee’ beantwoord.
Voor zover Bezinn benadrukt dat Sociaal Domein Fryslân heel goed wist welke zorgboerderijen bij haar zijn aangesloten, miskent zij de systematiek van de aanbestedingsprocedure (zie hiervoor overweging 5.4): inschrijvingen moeten uitsluitend worden beoordeeld op basis van hetgeen in die inschrijvingen staat vermeld. De gemeente mag bij de beoordeling geen wetenschap betrekken die zij uit andere hoofde heeft.
Het standpunt van Bezinn komt er in wezen op neer dat zij van mening is dat de gemeente, nu het Sociaal Domein Fryslân in het verleden wel met Bezinn contracteerde, dat nu ook had moeten doen. Dat standpunt is niet juist. De wijze waarop aan deze aanbestedingen vorm is gegeven en meer in het bijzonder de geschiktheidseisen die daarin zijn gesteld, lieten die ruimte niet. Dat de door Sociaal Domein Fryslân bij deze aanbesteding gehanteerde vormgeving en geschiktheidseisen in strijd zijn met het aanbestedingsrecht is gesteld noch gebleken. Het was dan ook aan Bezinn om haar werkwijze aan de in de aanbestedingsdocumenten gestelde eisen aan te passen.
Bezinn heeft meer subsidiair nog aangevoerd dat de gemeente in strijd met het gelijkheidsbeginsel zou hebben gehandeld door wel aan Philadelphia Zorg te gunnen.
De gemeente heeft betwist dat er sprake is van vergelijkbare gevallen: zij heeft aangevoerd dat de Stichting Philadelphia Zorg juist wel zelf zorg verleent, al dan niet via haar vestigingen, die geen eigen rechtspersoonlijkheid hebben. Bezinn heeft dit niet weersproken, zodat de meer subsidiaire stelling ook niet opgaat.
Slotsom
Als niet weersproken zal het hof ook het nasalaris en de wettelijke rente over de proceskostenveroordelingen toewijzen zoals hierna vermeld. Tenslotte zal Bezinn worden veroordeeld om het bedrag dat de gemeente op grond van het uitvoerbaar verklaarde vonnis van de voorzieningenrechter aan Bezinn heeft voldaan, terug te betalen.