Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
[verzoekster],
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak gaat het om de verlenging van de ondertoezichtstelling en de machtiging tot uithuisplaatsing van twee minderjarigen, [de minderjarige1] en [de minderjarige2], die door de kinderrechter van de rechtbank Noord-Nederland op 6 oktober 2017 was uitgesproken. De ouders van de kinderen hebben hoger beroep ingesteld tegen deze beschikking, omdat zij van mening zijn dat de machtigingen reeds waren verlopen op het moment van de uitspraak. Het hof heeft vastgesteld dat er onduidelijkheid bestond over de datum van de uitspraak, aangezien de openbaarmaking van de uitspraak pas na 8 oktober 2017 heeft plaatsgevonden. Dit betekent dat de termijnen van de ondertoezichtstelling en de machtiging tot uithuisplaatsing reeds waren verstreken op het moment dat deze werden verlengd. Het hof heeft de bestreden beschikking vernietigd en het verzoek van de gecertificeerde instelling tot verlenging van de ondertoezichtstelling en machtiging tot uithuisplaatsing afgewezen. De ouders hebben in deze procedure bijgestaan door hun advocaat, mr. H.A. Jonker-van Dijk, en de gecertificeerde instelling was vertegenwoordigd door mevrouw [E] en mevrouw [F]. De mondelinge behandeling vond plaats op 8 maart 2018, waarbij de ouders in persoon verschenen en de gezinshuisouders van de minderjarigen ook aanwezig waren. Het hof heeft de zaak op 5 april 2018 in het openbaar uitgesproken.