ECLI:NL:HR:2009:BG9906
Hoge Raad
- Cassatie
- D.H. Beukenhorst
- A. Hammerstein
- F.B. Bakels
- C.A. Streefkerk
- W.D.H. Asser
- E.J. Numann
- Rechtspraak.nl
Cassatieberoep niet-ontvankelijk wegens overschrijding van cassatietermijn
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 24 april 2009 uitspraak gedaan over een cassatieberoep dat niet-ontvankelijk werd verklaard wegens overschrijding van de cassatietermijn. De zaak betreft een geschil tussen [eiser] en de vennootschappen Beursgebouw Eindhoven B.V. en Bavaria N.V. over de beëindiging van een huurovereenkomst. De huurovereenkomst tussen Beursgebouw en Bavaria eindigde op 1 maart 2007, waarna Bavaria werd veroordeeld om de bedrijfsruimte binnen 14 dagen te ontruimen. Tegen deze uitspraak heeft [eiser] hoger beroep ingesteld, wat leidde tot een arrest van het gerechtshof te 's-Hertogenbosch op 11 maart 2008, dat op 18 maart 2008 werd gedateerd. De cassatietermijn van drie maanden begon te lopen op de dag van de uitspraak, 11 maart 2008, en eindigde op 11 juni 2008.
Eiser heeft op 18 juni 2008 cassatie ingesteld, maar de Hoge Raad oordeelde dat de procureur van [eiser] op de hoogte was van de uitspraak op 11 maart 2008. De Hoge Raad benadrukte dat het de verantwoordelijkheid van de procesgemachtigde is om ervoor te zorgen dat het rechtsmiddel tijdig wordt ingesteld. De Hoge Raad verwierp het betoog van [eiser] dat er geen schriftelijke bekendmaking van het arrest was op de datum van de uitspraak. De Hoge Raad concludeerde dat er geen grond was om een uitzondering te maken op de strikte handhaving van de beroepstermijn, en verklaarde [eiser] niet-ontvankelijk in zijn cassatieberoep.
De Hoge Raad heeft [eiser] ook veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie, die aan de zijde van Beursgebouw zijn begroot op € 348,38 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris, terwijl aan de zijde van Bavaria op nihil is begroot.