4.26Tussen partijen is niet (langer) in geschil dat in 2011 in elk geval geen overdracht van de inventaris heeft plaatsgehad. ASR betwist echter ook dat [appellant] op 30 juni 2010 de eigendom van de inventaris zou hebben herkregen. [appellant] doet zijn betoog dat hij op die datum wel de eigendom heeft herkregen, steunen op een schriftelijke koopovereenkomst van die datum tussen [Bedrijf 11] en [appellant] . ASR heeft daartegenover het volgende naar voren gebracht:
( a) [appellant] heeft geen stukken overgelegd waaruit blijkt dat en op welk moment hij voordien de eigendom van de inventaris zou hebben verkregen;
( b) Na de datum van de koopovereenkomst en in weerwil van het daarin bepaalde omtrent (lopende) verzekeringen heeft [Bedrijf 11] op 16 juli 2010 bij ASR een inventarisverzekering gesloten en een bedrijfsschadeverzekering aangevraagd;
( c) Uit de door [appellant] ten bewijze van het bestaan van huur overgelegde bankafschriften blijkt dat op 30 augustus 2010, 29 oktober 2010, 30 november 2010 en op 30 december 2010 door [Bedrijf 11] een bedrag van € 2.166,- is overgemaakt naar [appellant] . Bij deze bedragen is echter niet de omschrijving “huur”, maar “rente” vermeld, wat mogelijk duidt op een verband met de eveneens overgelegde achtergestelde leningovereenkomst die partijen op 3 juni 2010 sloten en waarin een rentevergoeding van 6,5% werd overeengekomen. Bovendien was de huurovereenkomst met [Bedrijf 11] reeds ten tijde van de afgifte van de voorlopige dekking (24 november 2011) overgenomen door de op 20 oktober 2011 opgerichte vennootschap [Bedrijf 12]
( d) De door [appellant] genoemde reden van de terugkoop eind juni 2010, namelijk het vertrek van een belangrijke klant (Rivas) van [Bedrijf 11] , waardoor haar financiële positie werd geraakt, wordt niet ondersteund door de stukken nu uit een brief van Rivas van 25 november 2010 blijkt dat, anders dan [appellant] betoogt, Rivas in augustus 2010 een “verbetertraject” inzette, op 24 september 2010 in een gesprek de Bakkerij nog een laatste kans wilde geven en in de brief van 25 november 2010 aankondigde de overeenkomst per 31 december 2010 op te zeggen.