Uitspraak
1.[appellant] ,
[appellanten],
1.[geïntimeerde1] ,
2. [geïntimeerde2] ,
hierna gezamenlijk in enkelvoud te noemen:
[geïntimeerden],
3. Jachtbouw Meppel B.V.,
1.Het verdere verloop van het geding in hoger beroep
2.De verdere beoordeling van de grieven en de vordering
I in totaal € 35.628,59 (in eerste aanleg: € 35.472,68) ter zake van een aantal door [appellanten] gedane betalingen, rechtstreeks aan leveranciers, ten behoeve van in het schip geplaatste attributen en accessoires;
Van de in eerste aanleg ingestelde vordering tot vergoeding van reiskosten heeft [appellanten] in hoger beroep afgezien.
Door [appellanten] ten behoeve van het schip betaalde bedragen
- Nauticpool ad in totaal (per saldo) € 23.361,68,
- Halseband ad € 97,65,
- De Vries, Lemmer ad € 2.000,-,
- Stock ad € 320,-,
- Gamma, etc. ad € 500,-,
Per saldo is dat € 26.279,33.
Het hof is van oordeel dat voor het aannemen van schade aan de zijde van [appellanten] voldoende is dat de facturen en daarmee de vorderingen van derden vaststaan. Daarom kan in het midden blijven of [appellanten] al deze facturen heeft voldaan. Het gevorderde bedrag van € 26.279,33 komt dan ook als ontbindingsschade voor vergoeding in aanmerking.
2) factuur d.d. 09-12-2010 € 8.696,56 tweede eindinspectie april 2010
3) factuur d.d. 09-12-2010 € 2.295,09 contact met Buro Bunschoten
4) factuur d.d. 09-12-2010 € 18.310,98 'gerechtelijke zaken'
5) factuur d.d. 24-12-2010 € 5.105,74 tussentijdse inspecties 2009
6) factuur d.d. 24-12-2010 € 2.025,08 contact met IVW
[geïntimeerden] heeft deze facturen op zich niet bestreden.
Het hof is van oordeel dat de bij deze facturen in rekening gebrachte kosten dienen te worden aangemerkt als kosten ter vaststelling van schade en aansprakelijkheid zoals bedoeld in artikel 6:96 lid 2 aanhef en sub b BW. Dit brengt mee dat deze kosten voor vergoeding in aanmerking komen voor zover deze redelijk zijn en voor zover zij niet als proceskosten moeten worden beschouwd (artikel 6:96 lid 3 BW in samenhang met artikel 241 Rv).
De slotsom
€ 410.000,-, te vermeerderen met de contractuele rente van 5% tot aan de dag van voldoening.
57.191,40te betalen (26.279,33 + 13.802,30 + 11.000 + 2.080,75 + 4.029,02), te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW. Die rente wordt zoals (voor het eerst) is gevorderd en niet is bestreden, toegewezen vanaf de datum van de memorie van grieven, tevens akte houdende wijziging van eis (29 november 2011) tot aan de dag der algehele voldoening.
€ 6.450,-(2,5 punten x tarief VII)
€ 875,-
€ 19.475,-(5 punten x tarief VII)