Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
1.Het verdere verloop van het geding in hoger beroep
2.De vaststaande feiten
stand aloneapotheek naar dit zelfhulpsysteem te realiseren, zijn partijen in de schriftelijke koopovereenkomst van 30 april 2014 overeengekomen dat [X] dit transitieproces de eerste drie maanden na overdracht (op 1 mei 2014) zal begeleiden.
en/of reactief via de website(tijdens de comparitie in hoger beroep hebben partijen verklaard dat het cursieve tekstgedeelte op voorstel van [X] handgeschreven werd toegevoegd tijdens de ondertekening).
stand aloneapotheek diende te worden omgezet naar een onbemande uitdeelpost. Uit diezelfde correspondentie blijkt ook dat ( [XXV] van) [geïntimeerde] reeds op 19 februari 2014 heeft gemeld aan [XV] dat er geen harde garantie was dat de klanten gebruik zouden gaan maken van de – door [geïntimeerde] te bekostigen – machine en dat daarvoor een “soort veiligheidsklep” ingebouwd moest worden. [XV] reageert nog diezelfde dag op deze e-mail (productie 22 bij memorie van antwoord) met het bericht dat juist vanwege de investering in de uitgifteautomaat in relatie tot het gebruik daarvan, in hun voorstel van de overeenkomst is voorzien in een betaling van de koopsom in (toen nog) twee tranches onder de voorwaarde dat de mobiele telefoonnummers van minimaal (toen nog) 50% van het patiëntenbestand beschikbaar zouden komen voordat tot betaling van de tweede tranche over diende te worden gegaan. Daaruit volgt dat reeds vroeg in de onderhandelingen de koopsom afhankelijk is gemaakt van het gebruik door de patiënten van de machine als afhaalpunt en dat dit door [XV] – als deskundig adviseur van [appellante] – in de overeenkomst is voorzien. Later zijn deze voorwaarden en de koopsom nog aangepast, maar de systematiek is hetzelfde gebleven. Anders dan door [appellante] is betoogd, is met artikel 7.4 onder (a) en (b) derhalve niet (enkel) beoogd om deze betalingen te laten afhangen van de overgang en het behoud van het patiëntenbestand en de daaraan gerelateerde omzet, maar, zoals [appellante] redelijkerwijs behoorde te begrijpen, van de vraag of de patiënten gebruik zouden gaan maken van de Pharmaself.
stand aloneapotheek naar een wel rendabele uitdeelpost met behulp van een Pharmaself. De betaling van de restantkoopsommen is afhankelijk gemaakt van de mate waarin patiënten gebruik zouden (kunnen) maken van deze machine door recepten geautomatiseerd aan te vragen en op te halen. Er is geen sprake van verzwijging van een mededeling waardoor [appellante] heeft kunnen dwalen. Het was partijen immers duidelijk dat de apotheek diende te automatiseren en dat de apotheek met dat doel is verkocht.
4.De slotsom
€ 3.262,- (2 punten x tarief IV)