Uitspraak
[verzoeker],
Mapal,
1.Het geding in eerste aanleg
18 juli 2017 die de kantonrechter in de rechtbank Overijssel, locatie Almelo, heeft gegeven.
2.Het geding in hoger beroep
- het verzoekschrift in hoger beroep met producties, binnengekomen bij de griffie van het hof op 16 oktober 2017;
- het verweerschrift van Mapal met een productie;
3.3. De feiten
kunnen overleggen. De volgende dag toen ik binnenkwam riep [de heer X] mij bij hem en vroeg waar ik de poten had gelaten. Ik zei thuis en dat ik ze wilde kopen. Hij zei, je weet toch niet wat ze kosten, waarop ik hem zei dat het leen bakker poten waren en vastniet zo duur waren. Achteraf bleek [leidinggevende ] ook geïnteresseerd te zijn in deze poten (…) Zo heb ik ze de volgende dag weer terug gebracht. (…)”
zonder aankondiging naar huis ging. Toen ik hem daar mee confronteerde, en hem vroeg of dat in overleg was gegaan (met mij of [de heer X] ) werd dat ontkennend beantwoord! Vervolgens heeft hij [de heer X] gebeld dat hij naar huis ging omdat hij ziek was. (…) Dit lijkt mij niet de manier van communiceren. Aangezien jij nog het gesprek met hem aan gaat betreffende de onterecht gedeclareerde zondagen, lijkt me het raadzaam om dit ZEER ZEKER daar in mee te nemen. (…)”
. Op basis van deze feiten hebben wij daarom besloten je een officiële waarschuwing te geven voor dit nieuwe incident. Wij willen dat deze situatie zich bij jou nooit meer voordoet bij welke externe winkel binnen de Woonboulevard dan ook. Elke schijn hoort vermeden te worden. Overtreding hiervan zal leiden tot ontslag. (…)”