Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
2 [appellant B] ,
gevestigd en kantoorhoudende te [Plaatsnaam] ,
1.Het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
- de dagvaarding in hoger beroep van 30 september 2015,
- de memorie van grieven,
- de memorie van antwoord, met producties,
- een akte,
- een antwoord-akte.
3.De vaststaande feiten
4.De motivering van de beslissing in hoger beroep
ver vrije middelen beschikken om aan de rente- en aflossingsverplichtingen van Waterfront Zwolle B.V. te voldoen…”Het gaat er immers niet om of de garanten op enig moment over vrije middelen beschikken om de vordering van de bank te voldoen, maar om de vraag of zij in geval van executie van genoemd vonnis voor (een deel van) de lening aan Waterfront voldoende verhaal bieden. De bank heeft geen voldoende concrete feiten of omstandigheden gesteld - laat staan te bewijzen aangeboden - die de conclusie rechtvaardigen dat het (al dan niet gedeeltelijk) onmogelijk is om haar vordering op de garanten te verhalen. Tegen die achtergrond heeft de bank dus onvoldoende gesteld om de conclusie te rechtvaardigen dat zij de door haar gestelde schade van