Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
1.[18 bewoners]
1.Het verdere verloop van het geding in hoger beroep
2.De vaststaande feiten
“Op het moment dat de markt dan weer stagneert of terugloopt, moet de prijs ook weer naar beneden bijgesteld worden.”
“kaveluitgifte “Het Reestman Noordwest” te Weerselo”genomen. Uit dit besluit wordt de volgende passage geciteerd:
“3. De grondprijzen 2008 te verwerken in de eerstkomende herziening van de grondexploitaties”.
“vrijstaand: 220; twee-onder-één-kap: 200”. Voor 2012 zijn dezelfde grondprijzen vastgesteld. In de grondprijsbrief 2013 zijn de prijzen voor het Reestman Noord voor vrijstaande woningen en voor twee-onder-een-kapwoningen vastgesteld op
“200”.
3.Het geschil en de beslissing in eerste aanleg
4.De beoordeling van de grieven en de vordering
NJ2010/371,
Vitesse 1).
“Op grond van Dinkellands beleid”van 3 februari 2005, houdt in dat bouwgrond tegen marktconforme prijzen wordt verkocht, dat de grondprijs voor woningbouwkavels jaarlijks wordt vastgesteld en dat dit tot gevolg kan hebben dat de grondprijzen dalen bij een stagnerende of teruglopende markt (nrs. 16-17 memorie van antwoord, zie ook het citaat in 2.4 hierboven). Voor zover de stellingen van de bewoners zijn gebaseerd op deze onjuiste verklaring van [de ambtenaar] , kunnen zij daarom niet slagen.
“rechtswaarde”als een overeenkomst en dat zo’n toezegging niet is gedaan aan de bewoners. Het gelijkheidsbeginsel strekt niet zover, dat door deze verstrekkende mededeling aan [de bewoner] met voor de gemeente niet beoogde gevolgen, ook andere kopers van kavels in het Reestman Noord aanspraak hebben op restitutie van € 10,00 per m². Dat het gemeentebestuur kopers van kavels in ’t Pierik in Denekamp en in Brookhuis te Ootmarsum restitutie heeft aangeboden in verband met toezeggingen aan enkele kopers over
compensatiebij prijsverlaging en in verband met uitgifte van de kavels rond de ingangsdatum van de prijsverlaging, impliceert niet dat ook aan de kopers van kavels van het Reestman Noord, die hun kavels nagenoeg alle al in 2008 hadden gekocht en aan wie geen toezegging omtrent compensatie is gedaan, ook compensatie moest worden geboden.
NJ2016/300,
Vitesse 2,vgl. ook het verweer van de gemeente in nrs. 42 e.v. van de conclusie van dupliek). De gemeente heeft er verder onbetwist op gewezen dat als de bewoners tot 1 januari 2010 hadden gewacht met het kopen van een kavel voor een twee-onder-een-kapwoning, zij te laat zouden zijn geweest, omdat die kavels alle vóór 1 januari 2010 zijn verkocht. De gemeente heeft verder in nr. 93 van de memorie van antwoord terecht vermeld dat de correspondentie tussen [de ambtenaar] en [de bewoner] dateert van november 2008, een moment waarop alle bewoners behalve de heer Vennegoor, appellant onder 1, hun kavels al hadden gekocht. Daardoor blijft onduidelijk hoe de mededeling van [de ambtenaar] aan [de bewoner] in causaal verband staat met de aankoopbeslissing van de bewoners.