Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
1.[appellant 1] ,
[appellant 2],
1.Het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
3.De vaststaande feiten
“grondprijzenbrief 2010”vastgesteld. Daaruit blijkt dat de grondprijzen voor uitbreidingslocaties in Denekamp met € 10,00 per m² zijn verlaagd.
, maar toch een verschillende prijs moeten betalen. Het college wil geen uitzonderingen maken en iedereen gelijk behandelen.
4.Het geschil en de beslissing in eerste aanleg
5.De beoordeling van de grieven en de vordering
“Wat betreft de grondprijs kan ik jullie mededelen dat deze niet aangepast zal worden voorlopig, maar mocht dat het geval zijn dan zal er compensatie plaatsvinden voor degenen die reeds een kavel hebben aangekocht.”) dat zij zouden worden gecompenseerd voor latere verlagingen van de grondprijs in ’t Pierik fase 2. [de kopers] zien een bevestiging van hun stelling in de compensatie die de gemeente bij brief van 13 juli 2011 heeft gegeven voor de verlaging van de grondprijs met € 10,00 per m² ingaande op 1 januari 2010.
“voorlopig”wijst erop dat de grondprijs in de nabije toekomst niet zal worden aangepast, maar als
“dat”- te weten: aanpassing in de nabije toekomst - wel gebeurt, compensatie zal plaatsvinden. B&W hanteren verder de beleidsregel - vastgelegd in hoofdstuk 6 van de openbaar gemaakte beleidsnota
“Op grond van Dinkellands beleid”van 3 februari 2005 - dat de grondprijs voor bouwkavels per jaar wordt vastgesteld. De door [de kopers] voorgestane uitleg van de e-mail van [de gemeente-ambtenaar] wijkt af van deze beleidsregel, omdat de transactie uit 2008 immers in dat geval alsnog zou mogen worden afgewikkeld op basis van de grondprijs in 2013. De gemeente heeft er op gewezen dat [de gemeente-ambtenaar] niet bevoegd was een dergelijke van de beleidsregel afwijkende garantie te geven (nr. 46 memorie van antwoord). [de kopers] hebben dat verweer in hun pleitnotitie en ook overigens tijdens het pleidooi onvoldoende gemotiveerd weersproken. Zij mochten er daarom niet - gerechtvaardigd - op vertrouwen dat een de gemeente bindende, in de tijd onbegrensde compensatie-aanspraak in de e-mail werd gegeven. Dat [de kopers] onbekend waren met het openbaar gemaakte beleid van de gemeente kan voorts niet voor rekening van de gemeente worden gebracht.