Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
1.Het geding in eerste aanleg
2.Het geding in het tweede hoger beroep
3.De vaststaande feiten
4.De beoordeling van het hoger beroep
a. Bedrijfsoppervlakte referentiejaar 1983: 58.57.17 ha + 11.71.35 ha = 70.28.52 ha
b. Omvang melkquotum minus kortingen: [appellante] stelt dat gerekend moet worden met 500.107 kg melk. Zij heeft verzuimd de toekenningsbeslissing in 1983 over te leggen. Wel is overgelegd een beschikking superheffing artikel 12 van 30 januari 1985 (o.a. bijlage 1 bij rapport [F] ) waarin is beslist dat de heffingsvrije hoeveelheid wordt toegekend op basis van de leveringen in het referentiejaar 1981/1982 in plaats van 1983, verminderd met het generieke kortingspercentage 8,65%. In plaats van de eerder toegekende 465.358 kg melk, wordt aan [echtgenoot/getuige 1] toegekend 537.642 kg melk. Het hof hanteert deze hoeveelheid als quotum voor het jaar 1984/1985. In haar quotumberekening, overgelegd als productie 9 bij conclusie van dupliek, hanteert [appellante] hetzelfde uitgangspunt. Berekend naar de peildatum van 30 juli 2009, de datum van ontbinding, was de omvang van het melkquotum inclusief kortingen en verruiming op grond van die quotumberekening 500.107 kg melk. Het hof neemt dat quotum als niet nader weersproken over.
c. Gepachte oppervlakte 10.26.70 ha
d. Peildatum 30 juli 2009
e. Vetgehalte 3,83%
f. Prijs van het melkquotum € 0,18 per procent vet x 3,83% vet = € 0,689
g. Totale melkquotum 500.107 kg gedeeld door het oppervlakte 70.28.52 ha = 7.115 kg/ha
h. Oppervlakte pachtgrond 10.26.70 ha x 7.115 kg = 73.049 kg, te delen door twee is 36.524,5 kg
i. Schadevergoeding aan verpachtster 36.524,5 kg x € 0,689 = € 25.165,38, afgerond
€ 25.165.
5.De beslissing
roldatum 20 februari 2018, waarna dag en uur van de comparitie (ook indien voormelde opgave van een of meer van partijen ontbreekt) door de raadsheer-commissaris zullen worden vastgesteld;
in drievoud;
in drievoud;