Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
verzoekster in hoger beroep,
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 13 december 2018 uitspraak gedaan in hoger beroep over de beëindiging van het gezag van de moeder over haar twee minderjarige kinderen, [de minderjarige1] en [de minderjarige2]. De kinderen zijn in 2016 onder toezicht gesteld en uithuisgeplaatst vanwege ernstige zorgen over hun veiligheid en ontwikkeling in de thuissituatie, waar sprake was van huiselijk geweld, emotionele en lichamelijke mishandeling, en ernstige psychiatrische problematiek bij beide ouders. Het hof herhaalt eerdere oordelen dat terugplaatsing bij de moeder niet in het belang van de kinderen is, gezien de langdurige en onveilige situatie waarin zij zich bevonden. De moeder heeft in hoger beroep grieven ingediend tegen de beëindiging van haar gezag, maar het hof oordeelt dat zij onvoldoende inzicht heeft getoond in haar eigen aandeel in de onveilige situatie en dat de kinderen nu in een stabiele en veilige omgeving bij pleegouders verblijven. Het hof benadrukt dat de belangen van de kinderen voorop staan en dat de beëindiging van het gezag noodzakelijk is voor hun stabiliteit en ontwikkeling. De beschikking van de rechtbank Noord-Nederland van 6 juni 2018 wordt bekrachtigd, en het verzoek van de moeder om een nader onderzoek naar haar opvoedingsvaardigheden wordt afgewezen.